Afgelopen zondag hebben we de knoop doorgehakt: de reis gaat niet naar Noorwegen, niet naar de Duitse Oostzeekust of naar de Elbe. We gaan naar Frankrijk, naar Mazan in de Provence, om precies te zijn. Daar hebben we een plaats gereserveerd op camping Le Ventoux, met uitzicht op de gelijknamige berg. We blijven er twee weken om eens goed bij te komen van de drukte, de afgelopen tijd. Toen we vertrokken kwam de regen met bakken uit de hemel en ook onderweg bleef het niet droog.
Nu staan we op camping Porte des Vosges, waar we al eens eerder zijn geweest. 540 km. rijden, dat was heel wat meer dan we gewend zijn. Maar morgen doen we het rustig aan, want Mâcon ligt op ongeveer 265 km. hier vandaan. Daar blijven we twee nachten, waarna de laatste etappe volgt.
We hebben deze route al heel wat keren gereden, maar het blijft een belevenis. Het glooiende landschap links en rechts met schattige dorpjes zijn steeds weer verrassend. Op een paar flinke buien na was het zonnig onderweg met indrukwekkende wolkenpartijen en flinke lappen blauwe lucht. We kwamen begin van de middag aan op de gemeentecamping van Mâcon, waar we een leuk plaatsje vonden met zicht op de ingang. Tot onze verrassing is er nu gratis wifi over het hele terrein, dus voor het bijwerken van onze blog hoeven we niet meer naar de Mac, hier tegenover. Morgen blijven we hier om even bij te komen.
Het heeft vannacht flink geregend, maar vandaag was het droog en broeiend warm. Vanmorgen inkopen gedaan bij de Auchan en vanmiddag zijn we de stad in geweest. Daar hebben we o.a. een kijkje genomen in de kerk Saint Pierre. Het waterpeil in de Saône staat erg hoog, waardoor het fietspad onderlangs de boulevard helemaal blank staat. Onze oudste kleindochter Lisa belde dat ze is geslaagd voor haar Havo examen. Groot feest daar en hier natuurlijk ook. Wij vierden dat met een heerlijk ijsje bij de Mac. Morgen breken we weer op en reizen we naar camping Le Ventoux. We verheugen ons op twee weken rust.
We zijn dit keer niet door Lyon gereden, maar via de A46 er omheen, want er was een filewaarschuwing voor het centrum. Dit is een prima alternatief, al is het wat om. Na Lyon was er veel verkeer op de péage, zodat de reis voor de chauffeur deze keer vermoeiender was dan de vorige reisdagen. Het was bovendien een stuk warmer in de auto, ondanks de airco. Met een zucht van verlichting arriveerden we om kwart voor drie op camping Le Ventoux. Alle plaatsen waren bezet, maar wij hadden gereserveerd, en dat was maar goed ook. We hebben een heel aardig plekje, met gelukkig veel schaduw, want het was bij aankomst 27 graden. Een mindere dag, zeiden ze hier. De boel geïnstalleerd, alles op z’n plek gezet, waarna we met een fris drankje in de luie stoel hingen met de benen omhoog. Wat wil een mens nog meer?
Vandaag was het inderdaad een mindere dag, maar daar komt verandering in, dus daar hebben we het niet meer over. Vanmorgen inkopen gedaan bij de Intermarché supermarkt, waar je hetzelfde kunt kopen als bij ons. Maar hier ziet het er net even anders uit, dus lijkt het aantrekkelijker. We lazen wat, keken rond op de camping, schoten een paar plaatjes met de smartphone (goede kwaliteit overigens !) en werkten de weblog bij. En daarmee hebben we alle hoogtepunten van deze dag vermeld.
De regen is helemaal verdwenen en de mistral is begonnen. Doordat we wat beschut tussen de bomen staan valt het nogal mee en hoeven we de luifel niet op te bergen. Vanmiddag zijn we naar Bedoin geweest, mede op aanraden van onze zwager Luc, die ons gazon netjes bijhoudt tijdens de vakantie. Voor wat hoort wat. Maar eerst even naar Mazan, waar het volledig uitgestorven was. Daarna via mooie landweggetjes naar Bedoin. Je zou bij elke bocht in de weg wel willen stoppen voor een foto, zo mooi is het hier. Bedoin is voor fietsers eigenlijk de toegangsweg tot de Mont Ventoux. Er rijden hier dan ook talloze renners rond, die zich op één van de vele tarrassen tegoed doen aan een pilsje. Die halen de top nooit, of ze moeten er net vandaan komen. Je ziet Bedoin al vanuit de verte liggen, met als hoogste punt de Saint Pierre, zo te zien een gotische kerk, maar die pas in 1760 is ingewijd. Tijdens de Franse Revolutie diende de kerk als gevangenis waar 200 gevangenen zaten opgesloten, waarvan er 63 ter dood veroordeeld werden.
We wilden het cisterzienzer klooster Notre—Dame de Sénanque bezoeken, dichtbij Gordes. Iedereen die wel eens een folder heeft gezien van deze streek kent de foto van het oude klooster idyllisch gelegen te midden van bloeiende met de lavendelvelden. Maar helaas waren de wegen daarheen gestremd.
Het sprookjesachtig gelegen, maar heel toeristische Gordes was wel bereikbaar. Het dorp wordt gerekend tot één van Frankrijks mooiste steden. Het was vaak het decor van films (o.a. van de film ‘A Good Year’, met Russell Crow) en veel kunstenaars zijn hier neergestreken. Het op het centrale plein gelegen kasteel stamt uit de zestiende eeuw. Onderaan de berg ligt de Village des Bories, een negentiende eeuws dorp waar de woningen zijn opgetrokken in een stijl die werd gebruikt rond 5.000 v Chr. Het geeft een goed idee hoe de mensen in de Provence leefden in de prehistorie.
Vanmorgen hebben we even een uur flink doorgestapt, op zoek naar een groente- en fruitstalletje langs de weg. Die bleek er vandaag niet te staan, maar de wandeling deed ons goed. Vanmiddag hebben we wat in de buurt rondgereden, met als eindpunt Baumes-de-Venise. Daar hoopten we een paar flessen van die heerlijke muskaatwijn te kopen, maar de winkels waren nog gesloten. Het was te warm om nog lang rond te wandelen en dus zochten we verkoeling weer op van de airco. In de auto dus. Het was flink warm vandaag en het wordt nog warmer. Dat wordt weinig bewegen en veel drinken. Ik werk pas aan de weblog als het in de caravan voldoende is afgekoeld.
Wie op de péage A7 rijdt kan het bijna niet ontgaan: het fort op de rotsen steil boven het dorp Mornas. Je ziet het vanuit het noorden nét voor de afslag Orange-zuid. Het lijkt alsof de bergwand en de ruïne daarop van hetzelfde materiaal zijn gemaakt. We wilden het graag eens van dichtbij bekijken.
De oorsprong van het fort is niet exact bekend, maar wel bekend is dat de locatie sinds de Romeinen bewoond is. Door de eeuwen heen is er veel strijd om geleverd, tot het in de 14e eeuw in bezit kwam van de pausen. Gedurende de godsdienstoorlogen in de 16e eeuw vochten katholieken en protestanten om het bezit. Maar ten tijde van de Franse revolutie had het fort geen strategisch belang meer. Op deze wel erg warme dag (tot 33 graden!) was het een heel steile klim vanuit het dorp naar boven. Bijna bovenaan gekomen bleek dat we er ook met de auto naartoe hadden kunnen rijden. Maar het was de moeite waard: een prachtig uitzicht over het Rhônedal was onze beloning. We waren te moe om in Orange uit te stappen voor een bezoek aan de stad. We hebben vanuit de auto wel een foto gemaakt van de Romeinse triomfboog, gebouwd in de regeerperiode van keizer Augustus.
Eindelijk… we hebben de Mont Ventoux bedwongen. Met de auto weliswaar, maar toch! Het was een heel warme dag, maar boven was het met 22 graden heerlijk koel. We zijn omhoog gereden via Bedoin, zoals de meeste fietsers deden. Het was goed opletten, want de klimmers moesten door mij ruimschoots omzeild worden, terwijl de dalers snoeihard naar beneden kwamen, waarbij ze de bochten heel ruim namen.
Het was een leuk sfeertje daarboven, met renners die elkaar feliciteerden, of door geliefden werden omhelsd. In het asfalt waren kreten gekrast, als “Hup mamma, you did it!” en meer uitingen van familietrots. We reden naar beneden via Malaucène en Le Barroux. We wilden de Abdij Sainte-Madeleine de Barroux bezichtigen, maar het klooster bleek niet toegankelijk. Het was erg warm waardoor we geen puf meer hadden om nog naar het 12e eeuwse kasteel te rijden. Op de camping wachtte een koel glas bier.
Behalve boodschappen doen in Mazan en het verrichten van de noodzakelijke huishoudelijke taken, hebben we vandaag vrijwel niets uitgevoerd vandaag. We zouden ‘smorgens naar de markt in Carpentras gaan, maar:
Heinie is een paar keer met de buurvrouw wezen zwemmen. Mij zul je zo gauw niet in het water aantreffen. Hopelijk wordt het vanaf morgen wat koeler.
Het dorpje Sault was ons einddoel, hoog op een rots met uitzicht op de Val de Sault, waaromheen akkers waar tarwe wordt verbouwd, spelt en lavendel. We rijden erheen via de Gorges de la Nesque, een wondermooie route dat ons voert langs ravijnen, soms door rotspoorten en met prachtige vergezichten. Je moet je aandacht er wel bijhouden tijdens het rijden, maar er zijn genoeg uitwijkmogelijkheden, zodat ook de chauffeur even rustig om zich heen kan kijken. Deze route is ook erg geliefd bij fietsers.
We maakten een wandeling door het mooie dorpje en dronken koffie op een gezellig terras. De omgeving is, voor zover bekend, als sinds de prehistorie bewoond. Het dorp is vandaag de dag vooral bekend om de lavendelvelden rondom.
Voor de terugweg namen we de D1, een snellere route, maar ook zeer de moeite waard vanwege het landschappelijk schoon. Vanaf vandaag kan ik mijn fotocamera niet meer gebruiken, omdat het objectief defect is. Gelukkig hebben we onze smartphone, waarmee vanaf nu alle foto’s gemaakt zullen worden.
Het plan was om naar de Gorge de Venasque te gaan, niet te ver van hier. Maar we bezochten eerst het dorpje Venasque dat op een steile rots is gebouwd en hoog boven het dal van de Nesque uitsteekt. In het dorp heb je hierdoor een fantastisch uitzicht over de rijke vlakte van de Vaucluse tot aan de Mont Ventoux. Het heeft een lange geschiedenis die teruggaat naar de Romeinen.
Het plateau van de Vaucluse is een kalkplateau waar verschillende rivieren lopen. Deze riviertjes zetten slib af dat zorgt voor uiterst vruchtbaar land. Hierdoor is de Vaucluse al eeuwen een belangrijk gebied waar steden als Avignon, Orange en Carpentras konden ontstaan.
We aarzelden geen moment toen we daarna de aanwijsborden zagen naar de Abdij de Sénanque. In elke folder van de Provence vind je een foto van het klooster te midden van de lavendelvelden. Ondanks de enorme verkeersdrukte daar lukte het om een parkeerplaats te vinden. Het is een cisterciënzer abdij in de gemeente Gordes, gesticht in 1148 als dochterklooster van de abdij van Mazan. De lavendel was nog niet in volle bloei, maar de heerlijke geur was duidelijk merkbaar.
Toen wij zeven jaar geleden voor het eerst met onze caravan naar deze camping zijn gereden, samen met Diny en Jakob, verdwaalden we middenin Carpentras. Door wegwerkzaamheden werden we steeds weer omgeleid, met als resultaat dat we daarna nog één of twee keer dwars door de stad moesten. Let wel: twee caravans achter elkaar rijdend, verdwaald in een drukke stad. Daarom wilden we in een ontspannen sfeer de Carpentras nu eens rustig bekijken. Het viel ons niet mee. Het geheel maakte een verlopen en verwaarloosde indruk. Daar hoeven we niet meer heen.
Vanavond zijn we naar de boerenmarkt geweest in Velleron. De markt wordt erkend door de Nationale Raad van kookkunsten en is ingedeeld in de 100 meest uitzonderlijke markten van Frankrijk. De markt trekt ongeveer 150.000 bezoekers per jaar die op zoek zijn naar de beste plaatselijke groente en ambachtelijke producten. De boeren uit de regio verkopen hier hun producten rechtstreeks vanuit hun bestelwagens aan de consumenten. Het is dagelijks van 18.00 – 20.00 uur geopend, behalve op zon- en feestdagen.
Vanwege het prachtige weer hier hebben we nog een paar dagen bijgetekend. We blijven op deze camping tot volgende week woensdag.
Het prachtige Vaison La Romaine is voor Nederlanders die de Vaucluse hebben bezocht geen onbekend stadje. Het is met 15 hectare de grootste Gallisch-Romeinse locatie van Frankrijk.
De levendige winkelstraten (helaas was de markt net afgelopen), de vele pleintjes, de overvloed aan Romeinse bezienswaardigheden, het hoger gelegen middeleeuwse kasteel en de groene omgeving met wijngaarden maken Vaison La Romaine tot een plaats in de Vaucluse waar je geweest moet zijn. En dan hebben we het nog niet over de Mont-Ventoux op de achtergrond. Ondanks de hitte zijn we naar het hoog gelegen kasteel gelopen. Daarvoor heb je stevig schoeisel nodig met geprofileerde zolen. Maar ja, er lopen ook dames op gladde teenslippers. Halve zolen dus.
Het was benauwd warm vandaag (33 graden) en heiig. Morgen wordt er onweer verwacht en dat hing nu al een beetje in de lucht. We hadden geen concrete plannen, maar er moesten wel boodschappen worden gedaan. Daarom zijn er twee hoogtepunten van de dag te vermelden: bezoeken aan de koelafdelingen van de Lidl en de Intermarché. De koelkast is inmiddels weer helemaal gevuld, maar bij zo’n kleine caravankoelkast is dat al gauw het geval. O ja, en we zijn na afloop samen wezen zwemmen. Heerlijk!
Tussen de Mont-Ventoux en de heuvels van de Luberon vind je het l’Isle-sur-Sorgue, een gebied dat gevoed en bewaterd wordt door de Sorgue. Dit is een rivier met helder water en ‘duizend armen’ waardoor deze streek een oase van groen en frisheid is. Deze plaats is van oorsprong een vissersdorp dat gebouwd is op een knooppunt van rivieren en kanalen, waaraan de bijnaam “Klein Venetië van het Comtat” is ontleend. Hier herinneren schepraderen aan het verleden van de textielindustrie. Het is ook de curiosahoofdstad met talloze galerieën en antiekwinkels. Een heel mooie en interessante stad, waar heel veel te zien en te beleven is. We eindigen onze wandeling op een schaduwrijk terras waar we smullen van een giga-ijscoupe.
Vandaag waren we voor de 3e of 4e keer in Avignon, en we zijn er nog steeds niet uitgekeken. Het historische centrum is omgeven door een hoge stadsmuur van 4,2 kilometer lang met 7 poorten. Het centrum staat sinds 1979 op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. In 1309 zette Paus Clemens de vijfde de Baylonische ballingschap der pausen (1309-1376) in, waardoor de pauselijke residentie van Rome naar Avignon werd verplaatst. Het indrukwekkende pauselijk paleis domineert het silhouet van de oude stad. De Pont Saint-Bénézet, vooral bekend onder de naam Pont d’Avignon, is in feite slechts het restant van een historische brug over de Rhône. De brug is bekend vanwege het kinderliedje Sur le pont d’Avignon. De brug was oorspronkelijk 899 meter lang en had 22 bogen. Nog slechts enkele bogen zijn er thans over. Het was met 35 graden bloedheet in de stad, maar het was een bezoek alleszins waard.
Wat eerder dan gepland gaan we weer naar huis. Dat heeft te maken met de zorgwekkende gezondheidstoestand van mijn broer Jan. Morgen vertrekken we en reizen in tenminste drie etappes terug naar huis. Het unieke van deze vakantie is dat we 16 dagen op dezelfde camping zijn geweest. De redenen om hier naartoe te gaan en er zo lang te blijven waren: rust en stabiel zomerweer. Daar hebben we volop van kunnen genieten en daarom was deze periode ook erg geslaagd. Het is een heel erg leuke camping gelegen in een prachtige omgeving. Er valt hier genoeg te ontdekken. Hiermee eindigt ons verslag.