Om 9 uur reden we vanmorgen in de stromende regen onze straat uit. Tot op het laatst hoopten we nog dat het een rondje Nederland zou worden. Maar de weersvooruitzichten waren niet al te best. Hoewel…: na het weekend zou het een stuk beter worden, met temperaturen tot wel 24 graden. Maar daar was vanmorgen nog niets van te merken. Rond Nijmegen klaarde het wat op en ook later bleef het vrijwel droog. Tussen Roermond en Maastricht was er veel verkeer op de A2, maar desondanks viel de doortocht door Maastricht wel mee. Dat zal in het hoogseizoen wel anders zijn. Bij Luik hadden we de ringweg moeten nemen, want je mag met de caravan niet door de stad. Maar door een verkeerde keuze kwamen we daar toch terecht. Het leverde geen problemen op, want we volgden de Maas, die dwars door de stad stroomt. Het verkeer zat mee, de zon scheen en zo kwamen we na 540 km. om half zes aan op de camping Porte des Vosges in Bulgnéville. Patatje gehaald en een kroket en met wat appelmoes heeft het ons goed gesmaakt. Dit was een prima eerste vakantiedag.
Toen we vanmorgen om kwart voor tien vertrokken was het mooi voorjaarsweer. Dit deel van de A31 loopt door de Vogezen. De streek is heuvelachtig en het koolzaad bloeide uitbundig op de akkers. Er was weinig verkeer dus we konden volop genieten van de ontspannen rit. Later kwam er wat hoge bewolking en net voor Tournus begon het te druppelen. Na een rit van 230 km. kwamen we om half een aan op Camping de Tournus, aan de rand van de stad. We werden vriendelijk ontvangen en konden een plaatsje uitzoeken. Maar de keuze was beperkt omdat de camping, die aan de oever van de Saône ligt, voor meer dan de helft onder water stond. De rivier stond zo hoog, dat het fietspad langs de oever (de Voie Bleu) was afgesloten. Voor vermoeide reizigers die nog laat binnenkomen wist de campingbaas altijd wel een plekje te vinden. De meesten gaan morgen weer verder. Vanmiddag regende het, maar het wolkendek brak weer open, zodat we nog fijn konden fietsen. We blijven hier tot maandag.
De afgelopen 24 uur is het waterpeil van de Saône merkbaar gedaald. De campingbaas vertelde dat het vorige week 4 dagen lang onafgebroken heeft geregend. Normaal is dat niet in deze tijd van het jaar. Zo kon het gebeuren dat kampeerders ‘smorgens tot hun schrik ontdekten dat ze met hun caravan of camper in het water stonden. Vanmorgen zijn we naar de markt in Tournus geweest. In de smalle straatjes was het dringen geblazen. Na de lunch hebben we toch weer geprobeerd of de Voie Bleu begaanbaar was. Op een paar plekken na was dat inderdaad het geval. We hebben het niet gered tot camping Aux Rives du Soleil, bij Pont de Vaux. Dat is ongeveer 36 km. heen en terug. We moeten er nog een beetje inkomen. De velden liggen er prachtig bij, margrieten, paardenbloemen, klaver, alles staat in volle bloei. Dat is het voorjaar op zijn mooist.
Het was vandaag een heerlijk zonnige dag. Vanmiddag zijn we er weer met de fiets op uit geweest, over een slecht verhard pad langs de Saône richting Chalon. Na een paar kilometer zijn we maar teruggegaan en hebben de tijd genomen om de abdijkerk Saint-Philibert in Tournus te bezichtigen. Het is een vroeg-Romaans bouwwerk, waarvan met de bouw in het begin van de 12e eeuw is begonnen. Ook de crypte was toegankelijk.
Je vindt daar fraaie mozaïekvoorstellingen uit dezelfde periode. Het is een bijzonderheid dat deze zo goed bewaard gebleven zijn. Terug op de camping hebben we nog een hele tijd van de zon kunnen genieten. Daarna zijn we vast begonnen met de voorbereidingen voor ons vertrek, morgen. We gaan naar Grillon, ten oosten van Montelimar. Het ligt in de Provence, aan de rand van de Vaucluse. De weersvooruitzichten zijn daar (net als hier overigens) heel goed.
Ik werd gewekt door gekriebel aan mijn benen. Tientallen mieren in mijn bed waren zich uitstekend aan het vermaken. De vorige avond merkten we al dat er veel mieren in de caravan waren, maar we dachten dat we ze voor het slapen gaan nagenoeg hadden uitgeroeid. Niet dus. Vanmorgen zijn we flink gaan ruimen, maar desondanks bleken er nog zoveel achtergebleven te zijn dat er een kompleet nieuwe kolonie gesticht kon worden. Maar goed, toch maar vertrokken naar Grillon, ongeveer 270 km. rijden. Het was een zonnige dag, met temperaturen tot ruim aan de 28 graden. Het verkeer zat mee, en de rit door Lyon gaf geen problemen. Toen we aankwamen op camping Le Garrigon in Grillon was het erg warm. Tot onze schrik zagen we dat er zeker nog honderden mieren waren overgebleven, zodat we ondanks de hitte meteen aan de slag zijn gegaan. De hele caravan uitgepakt, schoongemaakt en alles weer ingepakt, nadat we eerst onderdeel voor onderdeel van kriebelaars hadden gezuiverd. Morgen kopen we eerst een verdelgingsmiddel.
We staan op de camping aan een pad waar iedereen z’n ‘loopje’ heeft. We begroeten de passanten met een ‘goede morgen/middag/avond’ en even zo vele keren wordt ons gevraagd of we nog last hebben van mieren. We proberen steeds een zo origineel mogelijk antwoord te geven en passen dat steeds weer aan. De laatste versie is dat we inmiddels een spray hebben gekocht wat zo sterk is dat er straks misschien twee dode mensen in de caravan liggen, terwijl de mieren vrij spel hebben. Je moet wat. Vanmorgen zijn we naar Grillon gefietst, een vrij saai dorpje, maar met een mooie- hoog gelegen- vesting, waaromheen in de loop van de tijd woningen zijn gebouwd. Verder richting Montélimar ligt Grignan, een van oorsprong versterkte stad. Net als Grillon ook hier een van oorsprong hoog gelegen château, dat in de laat-Renaissance is verbouwd tot paleis. Het is de grootste in zijn soort in zuidwest Frankrijk en het biedt een indrukwekkende aanblik. We zijn er maar kort geweest, maar komen gauw terug om een en ander beter te bekijken.
Het VVV van Grillon heeft Nederlandstalige fietsroutes beschikbaar met duidelijke aanwijzingen, o.a. met vermelding van de hoogteverschillen. Wij fietsten de vlakke route via Richerenches naar Visan en weer terug. Het was goed bewegwijzerd en er was weinig autoverkeer. Voor bloeiende en geurige lavendelvelden waren we jammer genoeg nog te vroeg. Richerenches is de truffelhoofdstad van de streek. Het was wat heiig vandaag maar de wind bracht ons voldoende verkoeling.
Ook de Fransen hebben een paar vrije dagen. Alle chalets zijn verhuurd en vandaag werden er veel campinggasten verwacht. Het was dus merkbaar drukker en eigenlijk best gezellig zo. Het was vandaag weer heiig en warm: het kwik steeg vanmiddag tot 31 graden. We zitten hier op het randje van de Provence naar het zuiden en de Drôme noordelijk van ons. We hebben een rondrit gemaakt. Onze route bepaalden we aan de hand van de Michelinkaart, waar we een aantal uitdagende kronkelwegen uitkozen. We kwamen o.a. door de plaatsen Taulignan, Dieulefit en nog een aantal andere, met even zo mooie namen. Al was het niet erg helder, toch zagen we in de verte de Mont Ventoux, met zijn kale top. Terug op de camping betrok de lucht en ging het harder waaien. Voor alle zekerheid hebben we de luifel opgeborgen en alle losse zaken als stoelen en tafels in de auto gelegd. Je weet maar nooit!
We hadden gisteren net op tijd onze maatregelen genomen. Het begon vrij plotseling hard te waaien en te regenen. Het regenen duurde niet lang, maar de wind trok nog extra aan en zo ging het de hele nacht door. Vanmiddag nam de wind weer flink in kracht toe en volgens de berichten gaat er morgen nog een schepje bovenop. Toen gisteravond de zon even doorbrak door de donkere wolken, leverde dat een mooi plaatje op, dat ik helaas niet goed met de camera kon vastleggen.
Na de heftige dag van gisteren, mistral, regen en maar 15 graden, was het vandaag heel wat beter. Hier in Grillon heeft het de hele dag bij vlagen vreselijk hard gewaaid. We zitten waarschijnlijk nog te dicht bij het Rhônedal. Vanmiddag gingen we naar Nyons, zo’n 15 km. verder van de Rhône vandaan. En je kon het verschil duidelijk merken: een matige wind en met 23 graden ook hogere temperaturen. In deze streek staan veel olijfboomgaarden en de olijfolie is hier in alle kwaliteiten, soorten en prijzen te koop. “La tanche” is een olijfsoort die alleen voorkomt in de olijfboomgaarden van Nyons. Het is nog lang geen oogsttijd: dat is pas in augustus / september. Nyons heeft als bijnaam “Petit Nice” door het micro-klimaat, dat net zoals dat in Nice voorkomt. De stad heeft een prachtig middeleeuws centrum, waarboven een versterkte vesting uitsteekt, dat in de 13e eeuw is gebouwd door de baronnen van Montauban. Daarbij behoort een kapel, de “Notre Dame de Bon Secours”. Een andere belangrijke trekpleister is de middeleeuwse brug over de rivier l’Eygues, of Aygues, zoals het in deze tweetalige streek wordt genoemd. We rijden terug door het prachtige landschap van de Vaucluse, via Vaison-la-Romaine, terwijl we steeds het zicht hebben op de Mont Ventoux. Terug op de camping waait het bij vlagen nog steeds heel hard. Toch een heel mooie dag gehad.
We zijn weer naar het dichtbij gelegen Grignan geweest, want we hadden afgelopen dinsdag nog lang niet alles gezien. Al op grote afstand valt de tegen een berg gebouwde stad op, met majestueus daar bovenuit het schitterende voormalig renaissance paleis. In dat gebouw is nu een museum gevestigd, maar de rondom gelegen galerijen zijn vrij toegankelijk. De mistral is nog niet over en op die hoogte waait hij snoeihard. Maar het is prachtig zonnig en vooral helder weer. De heuvels van de Drôme en de Vaucluse tekenen zich scherp af tegen de strakblauwe hemel, met als letterlijk hoogtepunt de Mont Ventoux. Over de rond het kasteel gebouwde stad valt te vermelden dat de invloedrijke familie Adhémar al in de 11e eeuw is begonnen met de bouw, waarna het in de daarop volgende twee eeuwen is versterkt en uitgebreid. Met de bouw van de Collégiale St-Sauveur kerk werd in 1535 begonnen. Baron Louis Adhémar heeft het initiatief daartoe genomen. Vanavond hebben we de boel in en rond de caravan klaargemaakt voor vertrek. We gaan verder naar het zuiden, naar Sanary sur Mer wel te verstaan. Daar zijn we al een paar keer eerder geweest. De weersvooruitzichten zijn daar goed en hopelijk waait het er minder.
Vanmorgen zijn we om 10 uur vertrokken naar Sanary sur Mer. Het was een prachtige dag met een strak blauwe hemel en: bijna geen wind. Een hele verademing. De reis is vlot verlopen. Toen we over de A50 in zuidelijke richting reden zagen we eindelijk de Middellandse Zee. We namen afslag 12 richting Bandol/Sanary. Ik kon me van een vorige keer nog een viaduct herinneren, in Bandol, waar ik toen niet onderdoor durfde, omdat 2,70 meter hoogte mij onvoldoende leek. Ik ben er toch maar stapvoets onderdoor gegaan en gelukkig: het dak zit nog op de caravan. Camping Parc Mogador kies je niet om zijn ruime en vlakke plaatsen. Maar het sanitair is perfect met zelfreinigende toiletbrillen. Die draaien rond als je doortrekt en worden dan meteen schoongeveegd. Als je niet op tijd opstaat zit je zomaar achterstevoren op de pot. Opletten dus. Na het eten zijn we nog even naar de boulevard gefietst. Dat was nog geen kleinigheid, want het hoogteverschil tussen de camping en de boulevard is niet gering.
Zoals verwacht was het vandaag een “mindere” dag wat het weer betreft. Het was wat bewolkt, er viel een regenbuitje en het werd niet warmer dan 20 graden. Vanmiddag zijn we in buurgemeente Bandol wezen kijken. Die plaats geniet wat meer naamsbekendheid dan Sanary, mede door de wijn die hier vandaan komt. De plaats is mondainer, de jachten van de rijken zijn er groter, de boulevard doet wat chiquer aan, maar wij hoeven hier geen tweede keer heen. Maar de “gewone” mannetjes spelen geconcentreerd en met volle overgave hun jeux de boules op de boulevard en als ze winnen, voelen ze zich de koning te rijk.
De markt in Sanary mag je niet overslaan en dat deden we dan ook niet. Het speelt zich allemaal af aan de promenade en aan de kade waar de vissers hun vangst direct vanuit hun boten verkopen. Maar niet alleen op de markt was het druk, ook in de winkelstraatjes was het heel gezellig. Sanary heeft nog haar oorspronkelijke karakter van vissersdorp behouden. Naar ons idee althans. Er waren geen klanten voor de boten waarmee naar de Calanques wordt gevaren: veel en veel te veel wind. Toch ging er nog een zeilklasje met kinderen het water op, maar die bleven veilig in de baai. Na de lunch reden we via Ollioules over een heel spannend en hoog gelegen weggetje op Le Gros Serveau, een bergkam hoog boven Ollioules. Vandaar hadden we een adembenemend uitzicht over de kustlijn van La Ciotat tot ver voorbij Toulon. Maar ook de achter ons liggende bergen met restanten van eeuwenoude verdedigingswerken waren prachtig om te zien. Daarna ging het weer terug naar beneden en via Ollioules reden we over de D N8 via Le Beausset weer terug naar Bandol en Sanary.
Vandaag begonnen we al aan de derde week van onze vakantie, maar voor ons gevoel zijn we al veel langer weg. We leven hier in een heel andere wereld dan wat we thuis gewend zijn. De zon, de zee, de natuur en de leuke stadjes geven ons het gevoel heel ver weg te zijn. Met de palmbomen doet het bijna tropisch aan, al was het vandaag ‘maar’ 22 graden. Onder een strak blauwe hemel en met een harde wind in de rug reden we naar het hoog gelegen kunstenaarsdorpje Le Castellet. Toen we hier de vorige keer waren, zes jaar geleden, was het levendiger met veel toeristen. Maar van die gezellige drukte was nu geen sprake, waardoor het leven hier nog op een laag pitje leek te staan. Vanuit de stad hadden we een mooi uitzicht op het Massif de la Sainte Baume, een bergketen dat strak staat afgetekend tegen de helblauwe lucht. In de andere richting kijkend zagen we het eveneens hoog gelegen La Cadière d’Azur. Het was daar heel wat minder toeristisch, en erg spannend om door die steil omhoog lopende smalle steegjes te rijden, op zoek naar een parkeerplaats. We vonden niet het moois dat we ons van de vorige keer herinnerden en reden weer terug naar de camping, waar we nog een tijdje hebben liggen zonnen.
Omdat wij van tevoren nooit precies weten waar we met de caravan naartoe gaan, wordt er ook weinig aan voorstudie gedaan, en hebben we geen informatie bij ons over de streken waar we min of meer toevallig terecht komen. Als we ergens in Frankrijk zijn beland, dan halen we veel informatie uit de Michelin atlas. Zo zag het schiereiland voor de kust van Hyères er heel interessant uit. En omdat we thuis op tv al eens wat hebben gezien over het eiland Porquerolles, leek dat schiereiland een interessante bestemming voor vandaag. Het was, zoals steeds, weer een prachtig heldere dag, dus het werd een leuke autorit langs de kust via Six-Fours, Toulon, La Seyne-sur-Mer, Le Pradet en Carqueiranne naar Hyère. Het schiereiland met het plaatsje Giens is met twee parallel aan elkaar lopende wegen aan het vaste land verbonden. Daartussenin bevinden zich zoutpannen en strijken flamingo’s neer. We reden door tot de haven waar je je kunt inschepen voor de veerboot naar Porquerolles. De overtocht kost € 19,- per persoon. Als we er al naartoe hadden gewild dan zouden we daar al uren eerder moeten zijn, en niet halverwege de middag. Ons eindpunt bestond vooral uit grote parkeerplaatsen, dus dat viel nogal tegen. Het eiland is grofweg 7 bij 3 kilometer groot. De zuidkust is bekleed met kliffen, en aan de noordkust zijn de haven en de stranden van de Notre Dame, La Courtade en Plage d’Argent. Een groot deel van het eiland is nu onderdeel van een nationaal park, nadat de staat dit in 1971 heeft gekocht. Omdat we op de terugweg een beetje verdwaalden hebben we dus de zoutpannen en flamingo’s gemist. Desondanks werd het toch een boeiende middag.
Vanmorgen hebben we boodschappen gedaan, de bedden verschoond, de caravan uitgeveegd (wat we natuurlijk regelmatig doen, maar niet steeds vermelden), enzovoort. Vanmiddag naar Six Fours plage gefietst en daarna weer terug naar Sanary, waar het aan de boulevard een gezellige drukte was.
Ik was vandaag jarig en dat hebben we gevierd met o.a. een heel calorierijk gebakje, en om die extra calorieën weer kwijt te raken, een wandeling langs de kust richting Bandol. Het was (alweer) een prachtige dag. Ik ontving vandaag veel lieve appjes, mailtjes, sms-jes en telefoontjes, waar ik natuurlijk heel blij mee was. Maar wat ben ik dankbaar dat mijn populariteit zich beperkt tot één dag in het jaar, want de beantwoording van mijn fanmail kostte heel veel tijd. Morgen maken we ons weer gereed voor vertrek, richting het Drômedal.
Als je vanaf Sanary langs de kust rijdt, richting Six Fours, dan wisselen de mooie uitzichten op de Middellandse Zee elkaar af, het één nog mooier dan het ander. Na Six Fours – les Plages reden we steil omhoog naar Cap du Mai. Niet omdat we daarover hadden gelezen, maar omdat het er zo spannend uitzag op de Michelinkaart. Nadat we de auto hadden geparkeerd moesten we nog een paar honderd meter omhoog lopen. Dat was een hele klim, maar de moeite zeker waard. We waren trouwens niet de enige zwoegers; op deze tweede Pinksterdag was hier veel volk op de been. Langs de wandelweg groeien kurkeiken. Helemaal boven staat een hoge telecommunicatiemast en een kapel, de Notre Dame du Mai. Ook al in vroeger tijden waren er langs de Provençaalse kust waarschuwingsbakens bovenop de rotsen gebouwd. Het moest de Griekse kolonisten beschermen tegen invallen van de vijandige volken. Volgens een legende werd op deze plaats een wachttoren uit de 14e eeuw in 1625 vernietigd door blikseminslag, waarna besloten werd op die plek een kapel te bouwen, die daar nu nog staat. Na een cholera-epidemie in het begin van de 19e eeuw werd dit een bedevaartsplaats en werd de kapel uitgebouwd tot in zijn huidige vorm.
Vanmorgen namen we afscheid van de Côte d’Azur met zijn Mediterrane sfeer. Het was zonnig en al lekker warm toen we om kwart voor tien vertrokken. Hoewel we maar 260 km. hoefden te rijden naar Crest, was het een vermoeiende reis. Er was veel vrachtverkeer, maar vooral de harde wind speelde mij parten. Naarmate we noordelijker kwamen ontstond er meer bewolking en daalde de temperatuur tot 18 graden. Dat zijn we niet meer gewend. Maar de ontvangst op camping Les Clorinthes maakte alles weer goed. We zijn van plan hier tot uiterlijk volgende week maandag te blijven en gaan dan weer kalmpjes aan richting huis.
De middeleeuwse stad met zijn hoge toren is gebouwd op een heuvelrug. Wandelend door de oude straatjes ontdek je de roerige en rijke geschiedenis van de stad. Crest is ontstaan op een oude Romeinse weg die Valence met Die verbond. De 900-jarige stad is gesticht aan het einde van de 10e eeuw door de familie Arnaud, die de stad in 1145 aan de bisschoppen van Die hebben geschonken. Deze bisschoppen bouwden ook aan het kasteel. In 1462 kwam de stad in het bezit van verschillende adellijke families, o.a. de familie Grimaldi van Monaco. In de 16e eeuw woedden ook hier godsdienstoorlogen, waarbij een aantal Protestanten in de toren werd opgesloten. De stad werd door deze opeenvolgende oorlogen geruïneerd. In de 17e eeuw besloot koning Lodeweijk de XIIIe de vesting te laten afbreken, maar op aandringen van de bevolking bleef het gespaard en diende lange tijd als gevangenis. In de 19e eeuw, na de Napoleontische tijd, nam de welvaart toe door de textielfabrieken, waarvan nog een paar resten te zien zijn. Afgaande op wat er nu nog van de stad over is vind je van de vroegere welvaart weinig meer terug. Maar schilderachtig is het wel.
Michelin verleidde ons vandaag om een route te rijden ten zuiden van Crest. Een ‘rondrit’ met Marsanne als uiteindelijke doel en dan weer terug. Er is ook een wit druivenras met die naam, dat oorspronkelijk uit het noordelijk Rhônegebied komt. Maar het ging ons om het dorpje Marsanne, in het arrondissement Nyons. En vooral om de rit door de heuvels, over kronkelwegen, waarlangs bermen met veldbloemen en talloze struiken gele brem. Dat komt hier net zoveel voor als bij ons het koolzaad in de wegbermen. We stopten regelmatig om van het mooie panorama te genieten. In het oosten zagen we de uitlopers van de Alpen en naar het zuiden en noorden de glooiende akkers in verschillende tinten, afhankelijk van de gewassen die er verbouwd worden. Zoals zoveel dorpjes is ook Marsanne hoog op de heuvels gebouwd. Om het oudste en hoogst gelegen deel van het dorp te bekijken moesten we flink de beenspieren gebruiken. Het Drômedal is als vakantiebestemming zeer de moeite waard.
Fietsen langs de Drôme?, het staat er met een vraagteken. Af en toe zagen we een verwijzing naar de Voie Verte, een groene fietsroute dus, maar dat pad was soms niet langer dan een paar honderd meter, of een kilometer. Als je alle stukjes fietspaden en drukke wegen bij elkaar optelt, hebben we misschien maar 10 km. langs de rivier gefietst. Goed, we hebben onze beweging weer gehad. En genoten van het uitzicht, en de warmte en de verkoelende wind. De verloren calorieën vullen we straks weer aan bij het BBQ-en.
We gaan graag naar de markt in Franse dorpjes en steden. Het is de sfeer die er heel anders is dan bij ons. Veel boeren verkopen hier rechtstreeks hun producten als groenten en fruit, maar ook allerhande soorten kaas, honing, jam en wat moeder de vrouw in dekeuken heeft gebakken. Erg snoeperig zijn we niet, maar we kochten een paar stukken chocoladegebak, en lieten ons die daarna op de camping goed smaken. Het was niet alleen lekker, maar ook nogal voedzaam, zodat we lunch maar oversloegen. Crest is met zijn smalle steegjes en Middeleeuwse panden een fascinerende stad. Ik heb net de laatste bladzijden gelezen van het boek ‘Het spel van de Engel’, geschreven door Carlos Ruiz Zafón. Het mysterieuze verhaal speelt zich af in het Barcelona van begin 20e eeuw. Met wat we hier zien aan sloppen en steil omhoog lopende stegen, had het verhaal zich in Crest kunnen afspelen. Na de koffie hebben we helemaal niets meer gedaan, dan in en uit de zon liggen luieren. Heerlijk.
Vandaag werd het met 27 graden opnieuw een warme dag, maar door de droge en verkoelende wind was het goed uit te houden. We reden, om in Tour de France-termen te spreken, een bergetappe van de eerste categorie. Eerst in oostelijke richting, om daarna bij Saillans pal zuidelijk af te slaan, de bergen in. Via de Col de La Chaudiérs ging het naar Bourdeaux, het verst gelegen punt van onze route. De bergen rondom ons waren niet spectaculair hoog (de Col ligt op nog geen 1100 meter), maar liefhebbers van de bergsport kunnen hier hun hart ophalen, dat geldt zowel voor de wandelaars als de klimmers. Ik moest mijn aandacht goed bij de weg houden en stoppen als ik wat van het uitzicht wilde zien. Het was genieten. Bourdeaux stelde niet veel voor, zodat we al gauw weer doorreden over de D538 naar Saou en daar afsloegen naar de heel smalle D70, door het bos van Saou. Na 64 km. waren we weer terug op de camping, waar ik werd opgewacht door een koele blonde Belg en Heinie door een rode Portugees. We besloten onze terugreis naar het noorden uit te stellen tot dinsdag. Eerst gaan we naar de gemeentecamping van Beaune en daarna naar Arlon.
Het was hier vandaag onze laatste dag, want morgen gaan we naar het noorden, op huis aan. Het was warm en een beetje benauwd. We hebben de gelegenheid benut om nog één fietstochtje te maken langs de D93, die langs de overkant van de Drôme loopt, richting Mirabel, een dorpje van niks. In Frankrijk werden vroeger reclameboodschappen geschilderd op gevels. Ik meen dat Kees van Kooten daar eens een heel aardig verhaal over heeft geschreven. Het ambacht van gevelschilder wordt kennelijk nog uitgeoefend. Zo zagen we in Aouste-sur-Sye een heel mooie schildering van een Romeins veldheer die ons al van ver begroet. Geen idee waarom hiervoor gekozen is, maar het is knap gemaakt. Het was lekker om even te fietsen en de spieren te gebruiken. Eind van de middag hebben we in en om de caravan al zoveel mogelijk opgeruimd en geordend, zodat we morgen op tijd kunnen vertrekken. Kort daarna begon het zowaar even te regenen. We wisten niet wat ons overkwam.
Nou ja, het is geen reisdag, want nadat we om kwart over negen zijn vertrokken, waren we al om kwart voor twee op de gemeentecamping Les Cent Vignes in Beaune. Het is in het algemeen verstandig om hier al vroeg te zijn, want de camping wordt druk bezocht door passanten. De reis is prima verlopen, mooi weer (26 graden), niet al te veel wind, het verkeer zat mee en de doortocht door Lyon verliep zonder problemen. Van je buren op de camping ontvang je vaak waardevolle adviezen. In Grillon raadden Marjan en Louis ons een camping aan in Alzingen, als tussenstop in Luxemburg en onze buren in Crest vertelden dat ze erg tevreden waren over een route via Duitsland, zodat we de ringweg rond Luik kunnen vermijden (we gaan er geen tweede keer meer dwars doorheen) en de bouwput Maastricht. Hartelijk dank buren, doen we dus. Morgen willen we op tijd gaan rijden. We hebben er zin in om weer naar huis te gaan.
Vandaag reden we 370 km. naar camping Bon Accueil in Hesperange/Alzingen, een plaats vlak onder de stad Luxemburg. We hadden een voorspoedige reis. En zoals altijd genoten we weer van het landschap aan weerszijden van de péage, vooral van het gedeelte tussen Langres en Nancy. Maar zodra de tolweg ophield moest ik mij extra op het verkeer concentreren, wat vóór Nancy erg druk was. Ons was geadviseerd om naar de gemeentecamping in Hesperange/Alzingen te gaan. Het is inderdaad een erg mooie camping met ruime, vlakke plaatsen. Hier gaan we beslist weer eens heen, maar dan voor een aantal dagen om de stad Luxemburg te bezoeken. Het schijnt dat je er binnen een paar minuten fietsen bent. Vliegtuigspotters komen hier trouwens ook aan hun trekken, want de nationale luchthaven ligt dichtbij. Morgen gaan we naar huis. Dit keer door Duitsland langs/door Echternach, Bitburg, Prüm, Blankenheim en dan verder over de A1 en A61 naar Venlo. En dan schiet het aardig op. Het was een heel leuke vakantie, met bijna elke dag mooi zonnig weer.