We hebben er voor gekozen om dit naseizoen in eigen land door te brengen en lekker te gaan fietsen. We hebben ook de fietsendrager meegenomen, zodat we ook nog wat verder van “huis” kunnen gaan. We zijn aangekomen op Camping Heetveld in Sint Jansklooster, middenin het natuurgebied de Weerribben. Het ligt tussen de plaatsen Vollenhove en Zwartsluis, maar ook niet ver van Giethoorn. Het was prima weer vandaag, lekker warm. Morgen wordt er regen verwacht, dus voor alle zekerheid hebben we het voortentje opgezet, zodat we wat meer leefruimte hebben. We hebben in de caravan een goede Wifi-verbinding, maar een slechte internet verbinding. Dus trouwe volgers: aan mij ligt het niet dat jullie zo lang op bericht moeten wachten.
Na een nacht met zware regenbuien en onweer stond de voortent bijna helemaal blank. Op ons kampeerveld staan wij op de laagste plek en daarheen gaat ook altijd het water. Het voordeel van plastic onder het grondzeil heeft ook een nadeel, want nu moest ik al dat water opdweilen. Maar zonder voortent hadden we nu in de blubber gestaan. Ik was mijn scheermesjes vergeten mee te nemen, dus maakten we van de nood een deugd en gingen winkelen in Meppel, hier 18 km. vandaan. Het centrum ziet er heel aardig uit en op zonnige dagen zal het er ook wel gezellig zijn. Maar vandaag is het een sombere en koude herfstdag. Donderdag is hier marktdag, dus wat dat betreft vielen we met onze neus in de boter. Vanmiddag bezochten we vrienden in Zwartsluis. We zijn weer helemaal bijgepraat. Heinie kent haar vriendin al sinds de ULO. Het praatgrage duo werd daar toen Heinie Ratel en Ada Babbel genoemd. Wie er vanmiddag bij was weet meteen waarom. Morgen hopen we op beter weer. Tenslotte: de internetverbinding is hier slecht. De campingbaas heeft er al diverse experts bijgehaald, maar zonder resultaat.
Het was vandaag een mooie dag om te fietsen. Vanmorgen gingen we op weg, via Vollenhove naar Blokzijl. Bij aankomst op de camping kregen we een gedetailleerde fietskaart van de wijde omgeving, met knooppuntroutes. Die hebben mooie namen gekregen als: Arthuur’s Tunnelgraversgilderoute, Arthuur’s Geitenfluisteraarroute, Arthuur’s Rietbrouwersroute, Kolderveenroute, enz. Het is een waterrijk gebied met grote plassen als de Beulakker- en Belterwijde en het Zwarte Meer. Het laatste stuk dat we fietsten ging over de dijk die vroeger het laaggelegen land moest beschermen tegen de woeste golven van de Zuiderzee, nu de Noord-Oostpolder. We rijden langs het in 1918 gebouwde Stroïnkgemaal, een mooi gebouw dat vernoemd is naar de toenmalige dijkgraaf. Wij vinden het landschap erg mooi en afwisselend. In het “oude” land zijn er nog duidelijk hoogteverschillen. De boerderijen zijn groot en de daken bijna allemaal met riet gedekt. Want we zijn hier in de rietlanden, waar verscheidene rietdekkerbedrijven zijn gevestigd. Blokzijl is mooi stadje met een oude kern. Vóór de inpoldering was het gunstig gelegen aan de Zuiderzee. De sluis en de jachthaven met de daarlangs gelegen café’s maakt het hier levendig en gezellig. Toen we weer terugfietsten merkte ik dat mijn achterband lek was. Een paar Blokzijlers stonden meteen klaar om te helpen, maar we hadden een goede pomp bij ons en bereikten we na een aantal tussenstops de camping.
Zelfs in de nazomer wordt er in deze omgeving nog van alles georganiseerd, zoals onder andere het bloemencorso in Vollenhove. Het was ons al opgevallen dat op meerdere velden bloemen worden gekweekt, speciaal dahlia’s in verschillende soorten en kleuren, alleen maar voor de corso’s. Vorige week was er een corso in Sint Jansklooster en vandaag dus in Vollenhove. Eerst was er het kindercorso, dat hebben we niet gezien. We kwamen voor het grote corso, dat vanavond, als het buiten donker is, weer wordt herhaald. Om zeker te zijn van een gunstige plek waren we hier al een uur voor tijd. We verveelden ons geen moment, comfortabel zittend op een tribune. Wat een volk was er op de been. Het was reuze gezellig met een feestelijke stemming. Talloze vrijwilligers waren druk in de weer en muziekkorpsen oefenden alvast in de zijstraatjes. Toen begon het festijn en we keken onze ogen uit. Wat een creativiteit! Sommige voorstellingen, zoals de dierenmigratie op de Afrikaanse steppen, bestonden uit wel vijf wagens en sommige voorstellingen waren soms wel tien meter hoog. Er werd uitsluitend gebruikgemaakt van dahlia’s, een bloemensoort die in deze tijd volop bloeit. De wagens werden afgewisseld met muziekkorpsen en showbands. Nadat de optocht voorbij was begonnen ze aan de tweede ronde. Samen met het prachtige weer was het een geslaagde middag.
Gisteren zijn Martijn en Simone hier geweest met hun kinderen Lisa, Sanne en Robin. Dat was heel gezellig. De kinderen hebben zich goed vermaakt, terwijl het toch bloedheet was. Voor ons doen althans, zij hadden daar minder last van. Nadat ze vroeg in de avond waren vertrokken betrok de lucht, maar het bleef droog tot middernacht. En toen begon het te regenen en te onweren en niet zo’n klein beetje ook. Maar we begrepen naderhand dat het in het westen van het land nog erger is geweest. Vandaag was het weer prima fietsweer en zijn we via het relatief onbekende Belt Schutsloot naar Giethoorn gereden. Voor wie Giethoorn te toeristisch is komt in Belt Schutsloot ook aan zijn trekken. Maandag is een “wisseldag”, waarop gasten vertrekken of net aankomen en ook de bussen met Japanners nog niet arriveren. Kortom de meest geschikte dag om hier van al het moois in alle rust te genieten. Het is een uniek stukje Nederland dat je beslist eens moet hebben gezien. Het laat zich moeilijk beschrijven, dus de plaatjes moeten het doen. Terug op de camping was het inmiddels drukkend warm. Rond half zeven begon het wat te regenen, maar nu ik dit schrijf is het weer droog. Maar de weerberichten voorspellen weinig goeds. We zijn op onze hoede.
De verwachte zware regen- en onweersbuien bleven uit. Het heeft gisteren wel wat geregend, maar met mate. Vanmorgen was het een stuk frisser. Vanmiddag scheen zelfs de zon en was het aangenaam koel. We zijn de Noord-Oostpolder in geweest, naar Urk. Eerst maakten we een tussenstop in Schokland, een voormalig eilandje in de Zuiderzee. Het ligt nu nog duidelijk zichtbaar hoger in het vlakke polderland. Het eiland is lange tijd bestuurlijk opgedeeld geweest in een noordelijk deel, dat betrekkingen onderhield met Urk en Amsterdam en een zuidelijk deel dat handelde met steden aan de rivieren aan de Ijssel en de Vecht. In 1859 werd het hele eiland op last van koning Willem III ontruimd omdat de veiligheid van de bewoners niet langer meer kon worden gegarandeerd. Het “hele” eiland is nu een museum en staat op de Unesco Werelderfgoedlijst. Urk was een groot eiland, dat nu op het randje van de polder staat. Vanaf de Ketelbrug kun je het duidelijk in de verte zien liggen. Het is nog steeds een echt dynamische vissersplaats. Toen wij langs de kade liepen werden er juist polsdikke palingen uit het ruim gehaald. Deze kanjers zijn vooral bestemd voor de export naar Duitsland. De armzalige exemplaren die voor € 23,- per pond bij ons in de viswinkels liggen, zijn daarbij vergeleken maar armzalige scharminkels.
Kampen is mijn geboortestad en hoewel ik pas twee jaar was toen mijn ouders vandaar verhuisden, blijft het voor mij een bijzondere plaats. Mijn oudste zus woont daar (wij hebben haar nu ook bezocht) en er wonen nog meer familieleden. Buiten dat alles is het een stad met een rijk verleden en dat vind je nog terug in de vele oude gebouwen en stadspoorten. Het is van oorsprong een Hanzestad dat ten tijde van het Hanzeverbond, waarbij 150 steden in Nederland, Duitsland en Scandinavië waren aangesloten, een belangrijk handelscentrum was. Komende vanaf IJsselmuiden, dus vanaf de overkant van de IJssel, zie je het indrukwekkende panorama met de Nieuwe Toren (gebouwd tussen 1648 en 1664), de Bovenkerk (een gotische kruisbasiliek uit de 14e en 15e eeuw), maar helaas ook een moderne woontoren. We bezochten het oude stadhuis, dat dateert uit het einde van de 14e eeuw, waarin nu een museum is gevestigd met o.a. belangwekkende schilderijen van Oranjeprinsen. Het mooiste vertrek in dat gebouw is de schepenzaal met een rijke zandstenen schouw uit de renaissancetijd. Voor liefhebbers van oude steden is een bezoek aan Kampen zeker de moeite waard. Overigens is het ook de thuishaven van een aantal schepen van de “bruine Vloot”. We zagen in de Buitenhaven de replica van een koggeschip, een reconstructie eigenlijk, van een wrak uit 1336 dat gevonden is in de Flevopolder, ter hoogte van Nijkerk. Het schip was te zien tijdens de laatste Sail in Amsterdam.
We vertrekken morgen naar Vorden en omdat er weer regen verwacht wordt ruimen we de tent en zoveel mogelijk andere zaken alvast weer op. Van fietsen is dezer dagen niet zoveel terechtgekomen vanwege de buiigheid. We willen Volllenhoven nog eens wat beter bekijken, nu de corso’s voorbij zijn en alles weer bij het oude is. Nadat het gebied in 1010 door keizer Hendrik II aan de bisschop van Utrecht werd geschonken ontstond er een burcht, waaromheen een dorp werd gebouwd dat in 1354 stadsrechten kreeg. Na 1380 werd de stad aangeduid als Vollenho. De bloeitijd van Vollenhove begon in de eerste helft van de 15e eeuw. In de eerste helft van de 16e eeuw zetelde hier de stadhouder van Overijssel en werd het een bestuurscentrum voor de drie noordelijke provincies. We zagen veel monumentale gebouwen die de rijke historie van de stad weerspiegelen. De voormalige havezate Oldruitenborgh is nu een hotel, waaromheen een fraai park ligt in de Engelse landschapsstijl. De ommuurde tuinen van de voormalige havezate Marxveld zijn particulier bezit maar kunnen vrij worden bezocht. Vollenhove telt 53 rijksmonumenten, waaronder de Kleine of Lieve Vrouwkerk en de Grote of Sint Nicolaaskerk, waartegen de voormalige stadsbodewoning is gebouwd. Al met al een heel leuk stadje, mede vanwege het aardige jachthaventje. En wat te denken van de heerlijke geuren van de palingrokerij.
We hebben gisteren de tent weggehaald en de luifel uitgedraaid, omdat we vanmorgen weer zouden verkassen. Maar het heeft vanaf vannacht flink geregend en hard gewaaid. En omdat het een modderboel was voor de caravan hebben we het vertrek uitgesteld tot maandag. Vanmorgen zijn we naar huis gegaan zodat er nog een was gedraaid kan worden, die we dan weer droog kunnen meenemen. Dus we onderbreken ons verhaal hierbij en gaan binnenkort weer verder. Maandag, maar uiterlijk dinsdag willen we in Vorden zijn.
Na een onderbreking gingen we gistermiddag weer naar Sint Jansklooster. De regen van de afgelopen dagen heeft hier voor heel wat wateroverlast gezorgd, vooral op de plaats waar onze caravan stond. Daar schijnt het helemaal blank te hebben gestaan volgens de buren. We hebben er dus goed aan gedaan om een paar dagen naar huis te gaan. Vanmorgen is onze caravan door de campingbaas van zijn plaats gehaald, waarbij de wielen diepe sporen achterliet in de z…natte bodem. Maar goed, we gingen naar Vorden. Een kippe-eindje vergeleken wat we zoal in Frankrijk op een dag hebben gereden. De Camping Prinsenhoeve ziet er in werkelijkheid mooier uit dan op de website. Het terrein heeft een vaste ondergrond, met een tegel onder elk caravanwiel, waardoor je meteen waterpas staat. En vóór de caravan bestrating, dus wat wil je nog meer. Maar onze voortent, met de schuin geplaatste stokken, kan er niet staan: de stokken glijden weg. Dus daarom helaas alleen de luifel. We hebben een eigen watertappunt en een vaste afvoer, voor maar € 65,- per week, geheel inclusief. Alleen voor het douchen moet je 50 cent betalen. We blijven hier in ieder geval tot volgende week maandag.
Vorden ligt hier maar 3 kilometer vandaan, dus gingen we daar per fiets boodschappen doen. Het is een heel aardig dorp. Na de gemeentelijke herindeling in 2005 werd het samengevoegd met de gemeenten Steenderen, Hummelo, Keppel, Hengelo en Zelhem tot Bronckorst. Wie de kleinste stad van Nederland kent snapt niet dat al die gemeenten bestuurlijk onder dat kleine stadje zijn samengebracht. Aan de zuidwestkant van Lochem ligt het kampeer- en caravanbedrijf Holiday Sports, waar we vaanmiddag zijn wezen kijken. Ze hebben daar een uitgebreide sortering fietsroutes van alle streken in Duitsland. Dus als we ooit nog eens naar de Elbe Radweg gaan, dan halen we daar eerst een kaart. Voor overige zaken is het trouwens ook de moeite waard om er eens te kijken. Na het avondeten zijn we nog even met de fiets weg geweest, maar het was vroeg donker en we waren de net gekochte routekaart vergeten!
Terwijl heel Nederland al genoot van de eerste zonnige dag sinds tijden was het hier heel mistig. Nadat dat was opgetrokken zagen we tot het begin van de middag een grauwe hemel en was het vooral koud. Geen weer om te fietsen dus. Maar ja, met een goed werkende internetverbinding konden we ’s morgens kijken naar de eerste aflevering van Heel Holland Bakt. Na de lunch zijn we met de auto een eindje gaan rijden. Net ten westen van Vorden ligt het landgoed Hackfort, met authentieke Achterhoekse boerderijen, een kasteel, een parkbos, een watermolen, een boomgaard, moestuinen en ga zo maar door. In de eeuwenoude kasteelmoestuin worden groenten, bloemen en fruit gekweekt. Rondom het kasteel zijn wandelroutes uitgezet, variërend van 1,5 – 8,5 kilometer. Brasserie De Keuken, dat in het kasteel is gevestigd, maakt gebruik van de biologische producten uit de kasteeltuin. Bronckhorst is het kleinste stadje van ons land, maar behoort qua oppervlakte tot de 12 grootste gemeenten. Het is een heel schilderachtig plaatsje, waar veel kunstenaars wonen die er hun atelier hebben. We slenterden daar wat rond en genoten op een leuk terras van een cappuccino en een late zon.
Met behulp van de heel aardige site www.route.nl hebben we gisteravond een knooppuntenroute uitgezet rond Vorden. Vandaag begon- en eindige met prachtig mooi weer. De omgeving van Vorden is bekend om zijn acht kastelen, waarvan we er gisteren al één hebben gezien. De ANWB heeft een kastelenroute uitgezet die met bordjes is aangegeven. Wij hebben een voorkeur voor knooppunten, omdat we die ook op onze kaart van de Achterhoek kunnen terugvinden. We passeerden kasteel Den Bramel dat al wordt genoemd in 1396. Het kreeg zijn huidige vorm in het midden van de 19e eeuw. Het landgoed is opengesteld voor publiek. Het kasteeltje zelf en omringende tuin zijn privé. Aan het einde van een oprijlaan, diep verscholen in het groen ligt Buitenplaats Het Enzerinck, dat werd gebouwd in de jaren 1835-1836. Begin 20e eeuw werd de buitenplaats gekocht door Jonkheer van Lennep, een voorvader, of in ieder geval familie van een bekende autocoureur. Vlak ernaast staat het witte koetshuis, het oude Enzerinck. Verder op onze route maakten we een praatje met de molenaar van de korenmolen De Warkense Molen, een grondzeiler, gebouwd in 1878. We rustten wat bij een aardig beekje, fietsten een deel van de Berkelroute, en herkenden punten waar we al eens waren in de zomer van 2012, samen met onze vrienden Janny en Rien. Mooie herinneringen kwamen weer boven.
Het was vandaag weer prima weer om te fietsen, dus hebben we een tocht uitgezet van ongeveer 34 kilometer. Het kaartje van Smulders Kompas, dat we bij Holiday Sports hebben gekocht, voldeed niet. De knooppunten sloten niet op elkaar aan, dus hebben we maar zo’n beetje gepionierd. Je kunt het beste kaarten nemen van Falk. Wat dit coulisselandschap zo mooi maakt is de afwisseling van glooiende weiden, bossen en maïsvelden. En dan die stevige Saksische boerderijen met grote en goed onderhouden siertuinen rondom. We fietsten over smalle verharde wegen met weinig autoverkeer, maar ook over een groot aantal onverharde wegen. Onderweg werden we verrast door aardige stalletjes, waar je zelfgemaakte jam, of honing of pompoenen kunt kopen. Het geld stop je in het daarvoor bestemde blikje. We reden langs de windmolen “Agneta”, gebouwd in 1851 als koren-, pel- en oliemolen, maar er is nu een ambachtelijke zagerij in gevestigd. Van Huize Ruurlo hebben we niet de mooiste aanzichten gefotografeerd, want daar werd stevig aan geklust. Het kasteel behoorde oorspronkelijk toe aan het geslacht Roderlo dat al in 1134 wordt genoemd. Het geheel is een mengsel van verschillende bouwstijlen, omdat er door de eeuwen heen steeds werd verbouwd. Het kasteel werd in 1984 door de gemeente Ruurlo in gebruik genomen als gemeentehuis, tot aan de fusie met andere gemeenten tot de gemeente Berkelland. In Ruurlo was de kermis net begonnen. Dat is een heel evenement, dat zich midden in de bebouwde kom afspeelt. Het hele dorp doet er aan mee. De straten waren versierd, aan de rand van het dorp traden bandjes op en de kinderen waren vrij van school. Horen en zien verging ons, dus trokken we snel weer verder, richting camping.
Vandaag was het zo ongeveer de laatste mooie dag wat het weer betreft. Hierna komt er regen en wordt het kouder en onbestendiger. Dat betekent dat we na deze camping niet meer doorgaan naar Zeeland, zoals de bedoeling was. Onze vrienden Marijke en Albrecht, die sinds afgelopen zondag in ons huis logeerden, kwamen vandaag op bezoek. We hebben samen nog heerlijk buiten in het zonnetje kunnen zitten en een wandeling in het naburige bos gemaakt. Daarna zijn we in Borculo geweest en hebben in Vorden een hapje gegeten. Een rustige dag dus, met weinig foto’s. Meer kunnen we er niet van maken, maar gezellig was het wel.
Ondanks sombere voorspellingen was het vandaag prima weer: zonnig en weinig wind. Daar hebben we vanmorgen van genoten, al luierend op de camping. ’s Middags zijn we naar Zutphen gegaan, de oude Hanzestad aan de IJssel, met talloze Rijks- en gemeentelijke monumenten. We hebben een aantal monumenten bekeken, maar het mooiste ging juist sluiten toen wij daar kwamen: de Sint Walburgiskerk, waarvan het oudste deel uit de 11e eeuw dateert. De Berkelpoort is gebouwd in de 14e eeuw als verbinding tussen de muren van de oude- en de nieuwe stad na een bestuurlijke samenvoeging in 1312. Restanten van de stadsmuren staan op enige afstand van elkaar, maar het is nog goed te zien hoe het geheel eruit heeft gezien. In Dat Bolwerck, een monumentaal pand aan de Zaadmarkt, was een expositie ingericht die ons niet kon boeien. Wel het pand zelf. Het oudste deel is een, blijkens een jaartalsteentje uit 1549 daterend, gotisch huis langs de steeg naar de Drogenapstoren. Echt levendig was het niet in Zutphen en omdat de lucht betrok zijn we weer teruggegaan naar de camping. Met dit bericht sluiten we ons verslag af.