Je moet wel heel gemotiveerd zijn om met dit herfstige weer aan de vakantie te beginnen. Maar dat zijn we: een nieuw seizoen en een nieuwe caravan. We hebben al een paar dagen proef-gekampeerd, waardoor de wagen nu al een beetje ons thuis is geworden. Als we de caravan eindelijk goed beladen hebben, met 70 kg. kogeldruk, ligt ‘ie goed op de weg en rijdt hij prima. Het regent veel onderweg naar Arlon en er staat behoorlijk wat wind. De hoogst gemeten temperatuur is dertien graden. Laten we hopen dat het de komende dagen wat warmer wordt. Als we rond half vier arriveren op Camping Officiel Arlon zijn we de eerste gasten. Omdat we graag aangekoppeld blijven staan op een vlakke staanplaats, wordt ons een plek toegewezen op één van de grindpaden. Mooier kan het niet. Morgen gaan we naar Mâcon.
Het is nog koud, als we om kwart over negen uit Arlon vertrekken. Maar het is droog en er staat bijna geen wind. Na het sombere weer van gisteren vinden we dit al heel prettig, waaraan je kunt zien hoe makkelijk je je verwachtingen bijstelt. Na 465 km. komen we om half vijf aan op de gemeentecamping in Mâcon. Onderweg hebben we volop genoten van de zon, af en toe onderbroken door een bui, maar het was prima reisweer. De natuur ligt er prachtig bij: grote helgele koolzaadvelden, afgewisseld met net omgeploegde roodbruine akkers en frisgroene weiden. Langs de kant bomen met prachtig witte, gele en roze bloesem. En boven het heuvelland een hemel met witte cumuluswolken, waartussen grote stukken blauw. Kort na aankomst op de camping onweert het plotseling en trekt er een hagelbui over. Na het avondeten beginnen we aan een wandeling, maar als het ineens weer regent gaan we snel naar “huis”. Net op tijd, want het water komt met bakken naar beneden. Niet lang, maar toch.
We hebben allebei slecht geslapen, dus we worden niet gewekt door de regen, want dat waren we al. Niets zo vervelend als met dit weer opbreken. De spindels waarmee de poten aan de voorzijde van de caravan moeten worden opgedraaid zitten heel ver naar achteren, zodat je zo ongeveer met je gezicht op het natte gras moet liggen om ze te vinden. Tegen tienen vertrekken we eindelijk. Hoe verder naar het zuiden, hoe lichter het wordt. Het is een voorspoedige reis. Niet al te lang, zo’n 305 km. We komen om kwart voor drie aan op Camping La Roquette in Châteaurenard. Het is een kleine camping met eenvoudige voorzieningen, maar voldoende en schoon. De ontvangst is vriendelijk. We denken hier tenminste anderhalve week te blijven, dus installeren we ons alsof we nooit meer weggaan. Morgen laten we wat foto’s zien. Daar zijn we nu niet aan toegekomen. O ja, bij aankomst was het twintig graden!
Na drie dagen reizen is het nu de hoogste tijd om wat bij te komen. Gisteren werd ik geplaagd door een virus die, na een goede nachtrust, weer helemaal is verdwenen. Heinie heeft haar voet verstuikt, zodat ze nu een pijnlijke enkel heeft, maar gelukkig kan ze nog behoorlijk lopen. En we genieten van onze e-bikes, die probleemloos doen wat ze moeten doen. Op deze caravan is de fietsendrager aan de achterkant veel lager dan op de KIP, waardoor we één fiets makkelijk samen erop en eraf kunnen krijgen. De andere fiets zetten we op de dissel, waardoor er een goede gewichtsverdeling is. Natuurlijk hebben we de noodzakelijke boodschappen per fiets gedaan, want het is hier niet makkelijk om een parkeerplaats te vinden. Vlak bij de camping kun je leuk wandelen in een rotsachtige omgeving. Heinie plukt wat wilde tijm, dat morgen door één of ander gerecht gaat. Vanaf een hooggelegen punt kun je de Mont Ventoux zien. Hoewel het de hele dag bewolkt is, komt de zon toch heel vaak door en is het warm genoeg om buiten te zitten. Wel met een fleecevest aan.
Er valt niet meer te vertellen dan dat we vandaag prachtig weer hebben gehad: een blauwe hemel met de hele dag zon, 18 graden. Maar ‘s middags begint het te waaien. Volgens de digitale weerprofeten neemt de wind de komende dagen zelfs nog toe. Dat kan betekenen dat we de luifel moeten innemen. Vanmiddag liggen er een paar bloteriken aan het zwembad in de zon, terwijl wij met een fleecevest aan buiten zitten. Vanmorgen even naar de Super U gefietst voor een paar boodschappen. Vanmiddag hebben we gezocht naar wat naar ons idee een boerenmarkt zou zijn, hier in de omgeving. Dat stelde niets voor, maar we hebben in ieder geval iets van de omgeving gezien. Al met al zijn er dit keer geen foto’s, helaas!
De dag begint en eindigt heel zonnig, maar daar tussenin is het erg bewolkt en waait er een harde wind. De temperatuur komt niet boven de 13 graden uit. ’s Morgens gaan we naar de markt, die in Frankrijk altijd de moeite van een bezoek waard is. Het is verkiezingstijd en we worden een paar keer aangeklampt door mensen van een campagneteam, die ons een folder willen uitreiken. Zodra men hoort dat we Nederlanders zijn laat men ons gaan. Één van de campagnevoerders vertelt dat zijn zoon een half jaar stage loopt in Groningen en dat het daar héél koud is geweest: wel 10 graden onder nul! Nou, wij vinden dertien graden boven nul ook niet bepaald warm. Voor Zuid-Frankrijk dan! Vanmiddag zijn we Saint Rémy geweest, weer even de sfeer opsnuiven. Het maakt wel verschil of je er puffend en zwetend rondloopt in korte broek en teenslippers, zoals vorig jaar september, of je draagt poolkleding en hebt warme schoenen aan, zoals nu. Het oude centrum ligt op de schop. Er wordt nieuwe bestrating aangelegd dat vóór de zomer wel klaar zal zijn. Maar nu toont het pittoreske stadje een armzalige aanblik. Dus gauw weer naar huis, naar de warme kachel.
Vandaag kregen we nieuwe buren die van een camping in Lyon zijn gekomen. Het heeft daar gisteren een beetje gesneeuwd en de temperatuur daalde zelfs tot onder nul. Dan was het hier zo gek nog niet. Maar vandaag zien we de zon weer aan een blauwe hemel. De wind is gaan liggen en dat alles maakt een wereld van verschil. Dus: buiten uitgebreid ontbeten, daarna geluierd in de zon (eerst met factor 50 ingesmeerd natuurlijk en de zonnepet op gezet). Vanmiddag zijn we naar het dorp gefietst waar we omhoog wandelden naar de ruïne van een fort uit de middeleeuwen, dat door de inwoners van de plaats tijdens de Franse revolute bijna volledig is verwoest. Alleen de twee torens zijn blijven staan. Daarboven heb je een mooi uitzicht, met in de verte natuurlijk de Mont Ventoux en de Alpilles. De Alpilles (of lage Alpen) in het departement Bouches-du-Rhône, is een keten van kalkheuvels, geologisch gezien een verlengstuk van het Luberon gebergte. De toppen zijn 300 tot 400 meter hoog. Van Gogh heeft veel van zijn pijnbomen en cipressen in de omgeving van de Alpilles geschilderd. Aan de voet van de klim omhoog staat de kerk Saint-Étienne, waar we even naar binnen zijn gegaan. Na terugkomst op de camping hebben we weer heerlijk van de zon genoten. Morgen gaan we naar Nîmes.
Hoewel het vannacht kennelijk een beetje heeft geregend en er bij ons vertrek naar Nîmes wat donkere wolken aan de hemel staan, wordt het toch een prachtige dag. Witte wolken waartussen grote stukken blauwe lucht. Het wordt 19 graden en er staat weinig wind. Al in de Romeinse tijd was Nîmes een belangrijke stad. Vele ruïnes en andere overblijfselen herinneren daar nog aan. We kopen een combinatiekaart (€ 10,- per persoon) die toegang geeft tot de Arena, le Maison Carrée (een kleine tempel die de tijd vrijwel ongeschonden heeft doorstaan) en Le Tour Magne. De Arena van Nîmes werd gebouwd tussen 50-100 na Chr. en was geïnspireerd op het Colosseum in Rome. Het is de best bewaarde van de Romeinse tijd. Omdat we eerder al eens de arena’s in Orange en Verona gezien hadden, viel deze wat tegen. Vandaar wandelen we door de gezellige oude binnenstad naar het Maison Carrée, dat wordt beschouwd als de best bewaarde Romeinse tempel. Deze was gewijd aan de “Prinsen van de Jeugd” (de kleinzonen van de keizer). Binnen werd een 25 minuten lange film vertoond in 3D over een aantal helden uit de Franse geschiedenis, die bepalend zijn geweest voor het Nîmes van nu. Tenslotte wandelen we naar Le Tour Magne. Deze toren is een overblijfsel uit de Gallo-Romeinse tijd. We beklimmen de toren en hebben van bovenaf een fraai uitzicht over de stad en wijde omgeving. Maar het meest vermeldenswaard vinden we de schitterende tuinen met waterpartijen aan de voet van de toren. De Jardin de la Fontaine moet je gezien hebben. Heel moe, maar voldaan gaan we weer terug. We nemen ons voor om morgen eens lekker te luieren. In principe gaan we pas maandag weer verkassen.
Wat valt er nu te rmelden over een dagje op de camping? Buiten luieren in de zon leidt tot constant verkleden: ’t is warmer dan gedacht, dus trui uit. Het trekt toch een beetje bij de nek, dus sjaal om. Die wolk trekt maar langzaam voorbij, dus de trui maar weer aan, en ga zo maar door. In de loop van de middag neemt de bewolking weer toe, dus je past je kleding daarop aan. We zullen nog een paar plaatjes van gisteren laten zien.
Als we wakker worden schijnt er een vrolijk zonnetje. Vanmorgen gaan we daar van genieten en ’s middags fietsen we wat in de directe omgeving. We kiezen leuke binnendoorweggetjes tussen de fruitboomgaarden door. Opvallend zijn hier de vele (bamboe-) rietkragen. Veel boomgaarden hebben te maken met hoog water. Om bij droogte de akkers te bevloeien zijn er veel smalle kanaaltjes aangelegd van U-vormige betonelementen. Naar keuze kunnen schuiven in de wanden worden geopend, waardoor velden via zijkanaaltjes worden bevloeid. Onderweg zien we de gevolgen van een frontale botsing van een auto met de betonleuning van een brug. Een paar mannen proberen met waterflessen een beginnend brandje te blussen. De auto is zo te zien total-loss. We eten vanavond vroeg, zodat we naar de boerenmarkt kunnen gaan in Velleron, ongeveer 24 km. hier vandaan. Afgezien van een file onderweg is het een mooie rit erheen. De markt is een gezellige en vrolijke boel. Je koopt de gewassen hier direct van de boeren. Wij slaan wat aarbeien in, een paar kaasjes, puur appelsap en verse sla. Deze markt wordt dagelijks gehouden van 6 tot 8 uur ’s avonds.
Vandaag kunnen we niets anders melden dan dat we ons weer vaak moesten verkleden: van een trui met lange broek (in de “vroege” ochtend, dus na tienen), een shirt met korte broek rond lunchtijd (zo’n uur of twee), tot een regenjack rond het avondeten (om kwart over zeven). Behalve dat we boodschappen hebben gedaan en andere huishoudelijke plichten hebben vervuld, valt er niets anders te melden dan dat Heinie vandaag drie keer heeft gewonnen met Rummikubben (of is het Rummikuppen?).
Het is weer een zonnige dag, met temperaturen rond de 19 graden. Vanmiddag bezoeken we het Epicurium aan de rand van Avignon. Het ligt op maar 14 kilometer van hier. Het is een permanente tentoonstelling over groente, fruit, de bloemetjes en de bijtjes. Voor kinderen die de Franse of Engelse taal machtig zijn zijn er leuke mogelijkheden om interactieve spelletjes te doen met een educatief karakter. Je wordt uitgedaagd om, met gebruik van al je zintuigen, te zien, voelen ruiken en horen hoe het er in de natuur aan toe gaat. Als je deze tekst niet begrijpt kan ik er ook niets aan doen. Duidelijker kan ik het niet maken. Buiten kun je de tuinen bezoeken waar allerlei gewassen groeien die de liefhebber (zoals Heinie) in verrukking brengen. Voor mij zijn het gewoon wat struiken met groene bladeren, waarvan alleen de naambordjes verschillen. Maar dat alles in de volle zon. Dat wel. Na thuiskomst brengen we alles in gereedheid voor vertrek. We hebben een prettige tijd gehad op Camping La Roquette, en dat voor maar € 14,- per nacht. Een prima uitvalsbasis voor uitstapjes in de omgeving. De beheerders zijn erg vriendelijk. Het sanitair is beslist voldoende en schoon. En zoals op alle campings in deze warme streken is er een behoorlijk zwembad.
Vandaag is het weer een schitterende dag. Als we na een tamelijk korte rit (192 km.) aan het begin van de middag op de camping in Des Mûres aankomen is het 21 graden! Het laatste deel van de reis, over de D25, was voor mij nogal vermoeiend door de vrij straffe wind. Het gevaar van slingeren is dan aanwezig, vooral bij het passeren van vrachtauto’s. Onze kruissnelheid is tegen de 90 km/h, maar om in te halen moet je soms een tandje bijzetten. Camping Des Mûres ligt aan weerszijden van de kustweg langs de Middellaandse Zee, aan de baai van Saint Tropez. Wij kiezen voor de strook langs het strand, waar het gezellig en levendig is. Vanaf onze ruime plaats, helemaal aan het eind van de camping, hebben we een mooi uitzicht op de baai. Aan de overkant kunnen we Saint Tropez zien liggen. Langs de kustweg vlak achter ons, waar overigens veel verkeer voorbij komt, ligt een vele kilometers lang fietspad. Dat wordt wat morgen.
Het kilometers lange fietspad lokt en dus gaan we eind van de morgen op weg naar het nabijgelegen Saint Maxime. Heerlijk om vrij van het overige verkeer te kunnen fietsen, onder een stralend blauwe hemel. De route voert langs de kust, waarlangs luxe resorts zijn gebouwd met grote vrijstaande villa’s. Dit doet allemaal veel mondainer aan dan het bescheidener – en verder westelijk gelegen – Sanary, waar we al verschillende keren zijn geweest. Saint Maxime heeft een heel leuk oud centrum. De platanen, met hun grillig gevormde takken, dragen nog geen bladeren, maar zijn in deze toestand juist heel fotogeniek. Na het avondeten wandelen we langs het strand richting Port Grimaud. We komen langs een luxe aandoend vakantiepark met dezelfde naam. Er zijn strandhuisjes met daar dichtbij fraaie restaurants met grote terrassen. Iets verder van de kust zijn vakantiewoningen gebouwd in Tahitiaanse sfeer. Het doet allemaal tropisch aan, alleen de heupwiegende hoela hoela meisjes ontbreken nog. En het moet nog een paar graden warmer worden. De dag eindigt met een wolkeloze hemel.
Deze mooie warme dag nodigt uit om de korte broek eens aan te trekken. We rijden over de kustweg D559 en slaan bij Port-Grimaud rechtsaf naar het verder landinwaarts en hooggelegen oude vestingstadje Grimaud. We stappen uit, wandelen door eeuwenoude steegjes en klimmen omhoog naar de ruïne van een kasteel. Van hieruit kijken we uit over Grimaud en zien in de verte de Golf van Saint-Tropez. Elke foto hier is raak, het zijn allemaal mooie plaatjes. Daarna gaan we verder naar La Garde-Freinet en slaan daar rechtsaf, de D75 op. Op de kaart is dit een wit weggetje met een groene markering, wat betekent dat het een heel fraaie route is. Het kronkelt door en over het Massif des Maures en het is goed opletten geblazen, want het is een smalle weg met gevaarlijke diepten aan de passagierskant. Uiteindelijk komen we op de D25, waarover we afgelopen maandag ook hebben gereden. Bij Sainte Maxime slaan we af naar Fréjus, omdat we daar de favoriete camping van onze blogvrienden Mia en Ger Wildschut willen bekijken. Maar het is erg druk en waarschijnlijk zijn we niet helemaal goed gereden, dus we gaan onverrichter zake via de kustweg weer terug naar onze camping.
Over Carrefour kunnen we kort zijn: dat is de grote supermarkt in Sainte-Maxime, waar we onze boodschappen hebben gedaan. Je rijdt er per auto over de kustweg naartoe en kruipt daarna in de file weer meter voor meter terug naar de camping. Maar het belangrijkste is: de aarbeien kosten er maar € 1,80 per kilo. Dus Heinie heeft 1,5 kg. meegenomen, waarvan ze nu jam maakt. Als wij op vakantie gaan nemen we altijd een lading lege jampotten mee en een karrevracht geleisuiker. We gaan met de fiets naar het dichtbij gelegen Port-Grimaud, waar we al eens eerder zijn geweest. Dit Giethoorn aan de Middellandse Zee is pas in de zestiger jaren gebouwd, maar het ziet er veel ouder uit. De Fransen beschikken over de gave om stadjes, woningen en straten zo schilderachtig te laten verslonzen, dat wij toeristen het allemaal heel mooi vinden. Zo ook hier. En er is vandaag een markt, dat trekt natuurlijk ook. Het is vandaag weer een prachtige dag, maar fris (19 graden) met een straffe wind. Het water in de Golf gaat tekeer, maar voor zeilers en surfers zijn dit juist ideale omstandigheden.
Ook vandaag is het weer heel mooi weer. Ondanks de vrij harde wind is het heerlijk om buiten te zijn, want de zon geeft veel warmte. Een nadeel van die harde wind is dat de caravandeur steeds dichtklapt, waardoor het vliegengordijn beschadigd kan worden. Daar moet ik nog iets op vinden. Na de lunch fietsen we naar Saint Tropez, ongeveer 9 km. hier vandaan. Er is een mooi fietspad aangelegd, dus we hebben geen last van het overige verkeer. Als je in de buurt staat, zoals wij, moet je beslist een keer in Saint Tropez geweest zijn. De grote parkeerterreinen staan bijna helemaal vol en er wordt op de boulevard druk geflaneerd. Even daarachter liggen de smalle oude straatjes met winkels waar dure merkartikelen worden verkocht, zoals Gucci, Armani enzovoort. Maar “kijke, kijke, nie kope” geldt niet alleen voor de Nederlanders. Het winkelpersoneel heeft weinig te doen. Alleen de ijsverkoop loopt als een trein. Maar dat is ook betaalbaar.
De Golf van Saint-Tropez wordt aan de noord-westkant begrensd door het vaste land en aan de zuidkant door het schiereiland (La Presqu’île) van Saint-Tropez, en daar rijden we vanmiddag heen. Het is niet ver en we nemen de tijd. Net voor Saint-Tropez slaan we rechtsaf de D61 op. Het is een verademing om weer van de kustweg af te zijn, wat een rust. De drukte en verkeersherrie beginnen me steeds meer te hinderen, terwijl het nog erger kan, want het is nog niet eens hoogseizoen. Het schiereiland is volgens een Vlaamse site een oase, die schilders en schrijvers steeds heeft geïnspireerd. We kunnen er ons wel wat bij voorstellen. Bij het stadje Ramatuelle stappen we uit en lopen door de smalle en steile straatjes. Als we verder gaan naar de Col de Paillas (243 meter) kijken we van bovenaf mooi op het stadje neer. Bovenaan de Col hebben drie windmolens gestaan, waarvan er één is gerestaureerd. Heel handig dat ze destijds deze molens zo hoog op de berg hebben geplaatst. Er staat altijd wel veel wind. Het dunne wolkendek verhindert vandaag uitbundige zonneschijn, maar het wordt desondanks toch 23 graden.
Gisteravond nam de bewolking toe, waarna het vannacht flink heeft geregend. En hoewel het daar vanochtend niet naar uitzag, brak de zon halverwege de ochtend weer volop door. Vanmiddag zijn we naar de botanische tuin van Sainte Maxime gefietst. Het is een kleine gemeentetuin die vrij toegankelijk is. Er zijn veel ouders met kinderen die daar leuk kunnen spelen. Maar op de achtergrond klinkt steeds dat voortdurende verkeerslawaai, onder andere veroorzaakt door massa´s Harley Davidsonrijders. We fietsen naar de stad over het fietspad langs de boulevard. Er heerst een kermisachtige sfeer en daar houden wij niet zo van. Morgen vertrekken we naar het noorden, naar de omgeving van Crest, aan de oostzijde van de Rhone. We hebben begrepen dat het daar inmiddels ook beter weer is, al moeten we dinsdag nog rekening houden met regen. Maar het is er vooral rustig! Toch heeft dat wel wat, deze kuststreek. Gisteravond wandelden we nog even langs het strand en zagen aan de overkant van de Golf een schitterend cruiseschip in de baai van Saint Tropez.
Vannacht begon het al flink te regenen en toen we moesten opbreken kwam de regen met bakken uit de hemel. We dachten nog even dat het na een uurtje wel zou ophouden, maar we hebben dat toch maar niet afgewacht. Gelukkig maar, want die ene bui duurde zowat de hele dag. Om tien uur vertrokken we. Na een toch nog heel voorspoedige reis van 302 km. arriveerden we om half drie op Camping Les 4 Saisons in Grâne (ongeveer 7 km. ten westen van Crest), de camping van de “vier seizoenen” dus. Laten wij nou precies in het regenseizoen aankomen. Omdat het water volop over het terrein stroomde, was het lastig om de beste plaats te vinden, om over de zonnestand maar helemaal niet te spreken. Terwijl we onder onze kingsize paraplu liepen zagen we verderop een merkwaardig tafereel. Een oudere dame met een plastic zak over haar kapsel zat op de dissel van haar caravan, om te voorkomen dat de caravan achterover zou gaan. Dat lukte niet helemaal, want ze was daarvoor te licht en de giga-dubbelassige caravan aan de achterzijde veel te zwaar. Zij wipte dus hulpeloos steeds op en neer. We hebben een handje geholpen, totdat meneer zijn auto in positie had gebracht, waarna we met vereende krachten de caravan konden aankoppelen. Meteen nadat wij op onze plek stonden hebben we de luifel uitgedraaid, zodat ik nog een beetje beschut was bij het verder installeren. Omdat de winkels morgen gesloten zijn doen we gauw nog wat inkopen in de Super U in Loriol-sur-Drôme. De foto’s van de camping zijn pas de volgende dag gemaakt.
Gisteren hoorden we dat het hier onlangs nog heel warm is geweest, wel 27 graden, maar dat het ook flink gestormd heeft. We zijn dus op alles voorbereid. Maar als we wakker worden schijnt er een vriendelijk zonnetje en ziet de wereld er weer heel anders uit. Grâne ligt in het gebeid van de Drôme, dichtbij de gelijknamige rivier. Nu het zicht rondom helder is zien we de bergen van de pré-Alpen. Vanmiddag maken we een korte rondrit in de omgeving. Wat is het hier mooi! Het gebied is berg- en heuvelachtig, met lieflijke brede dalen en sappig groene weiden. De mooie vestingstadjes zijn tegen de berghellingen geboetseerd, zoals Autichamp, dat we binnenkort zeker zullen bezoeken. De imposante Roche Colombe staat nadrukkelijk in de weg, dus we rijden er omheen, en komen dan via de Pas de Laurens weer op de hoofdweg D164. We gaan linksaf en rijden langs Crest – waar zaterdag een grote markt wordt gehouden – weer terug naar de camping. In dit gebied zullen we ons wel vermaken.
Het is alweer een mooie dag. Vanmorgen zijn we even naar het dorpje gefietst om inkopen te doen. Het is maar een paar minuten rijden. Heuvelafwaarts sjezen we met ruim 30 km/u naar beneden, maar terug moeten we ons wel een beetje inspannen. Maar ach, met zo’n e-bike is het een fluitje van een cent. Na de lunch fietsen we in het vlakke gebied hier dichtbij. Eerst steken we de Drôme over, richting Allex, en rijden we een stukje over een D-weg, waarna we via leuke zijweggetjes tussen de velden doorfietsen. Hier is veel fruitteelt, maar ook zijn er uitgestrekte kruidenvelden. De geuren van thijm, citroenmelisse, rozemarijn en andere kruiden vermengen zich tot een prettige aroma. De warme zon voelt heerlijk aan en zelfs de wind, die het lentegevoel in de voorbije weken soms een beetje temperde, is nu aangenaam. We maken er geen lange fietstocht van, want aan de blauwe hemel groeien enorme witte stapelwolken. De mistral kan zomaar de kop opsteken en dan moet je zorgen dat je bij de caravan bent. Inderdaad worden we na terugkomst verrast door een paar flinke vlagen, zodat we de luifel maar weer opbergen.
Onder een strakblauwe wolkeloze hemel wandelen we de paar kilometer naar het dorpje en weer terug. Er is markt in Grâne, bestaande uit drie stalletjes en geen klanten. Als wij er aan komen staan de verkopers meteen in de startblokken om handel te drijven, maar helaas, wij hebben niets nodig. Na de lunch rijden we een rondje door de prachtige Drômevallei. We gaan eerst eens kijken bij Autichamp, waar we eergisteren voorbij zijn gekomen. Hier heeft de tijd stilgestaan, zo lijkt het. De uit ruwe blokken steen opgetrokken kerk en huisjes zijn aan elkaar gebouwd en hebben zo de eeuwen doorstaan. Doordat het dorpje wat hoog ligt hebben we van hier een prachtig uitzicht over de vallei. Beneden ons liggen de akkers met op de achtergrond de bergen van de pré-Alpen. Er worden voornamelijk graangewassen verbouwd, die door hun verscheidenheid in verschillende tinten groen een prachtig kleurenpalet vormen. We rijden verder over smalle weggetjes, over diverse cols weer terug naar de camping. Het is een prachtig gebied, weer heel anders dan de verder westelijk gelegen Ardèche. Het is wijdser en liefelijker, met hoge bergen in de verte, waarvan sommige bergtopen met sneeuw zijn bedekt. Vandaag is het met 24 graden zo ongeveer de warmste dag tot nu toe.
De lucht is wat heiig en in de loop van de dag nemen de bewolking en de wind wat toe. Vanmorgen gaan we naar de Intermarché in Loriol, zo’n 10 kilometer hier vandaan. En vanmiddag gaan we weer fietsen. We rijden langs boerderijen, waar zo te zien weinig bedrijvigheid heerst. Maar de schijn kan bedriegen. Je ziet bij alle akkers pompinstallaties, want het kan hier verdraaid droog zijn. Wat zal het hier heerlijk ruiken als de lavendel bloeit, en nog meer als het geoogst wordt. Terug naar de camping gaat het heuvelopwaarts, waarbij we bovendien de inmiddels flinke wind tegen hebben. Maar ja, met die trapondersteuning…
Jawel, er is weer ergens een markt. Nu in Crest (spreek uit als: Kree), ongeveer 10 kilometer hier vandaan. Vanaf de doorgaande weg, de D591, valt het op door haar hoge ligging, tegen een berg aangeplakt, met een enorme vierkante hoge burcht die daarboven uit torent. Crest is een grotere plaats aan de Drôme. Vooral de oude binnenstad is heel interessant om te bekijken. De bebouwing is heel compact, met straatjes die soms onder de woningen doorlopen. Het is het perfecte decor voor een film over de sombere middeleeuwen. Je kunt je zomaar voorstellen dat de stegen in vroegere tijden werden bevolkt door bedelaars, messentrekkers en andere lieden van laag allooi. Maar nu doet het heel pittoresk aan, en daar komen we voor. We zien veel ateliers en kunstnijverheids-winkels. En artistiek aandoende jonge mensen. Als je in de buurt bent moet je deze stad beslist ook eens aandoen. Vanmiddag trekt de lucht soms dicht en valt er af en toe wat regen, maar daarna klaart het ook meteen weer op.
Gistermiddag vielen al wat regendruppels, maar gisteravond kwamen de regen en hagel met bakken naar beneden. Daarbij vielen er een paar flinke donderslagen. Maar vanmorgen en verder de hele dag schijnt de zon. De D104, waarover we gisteren naar Crest reden, loopt pal oost-west. We gaan nu in oostelijke richting naar het dorpje Die, ongeveer 45 km. hier vandaan. Bij Crest gaat de D104 over in de D164 en meteen daarna, tot aan Die, in de D93, waarmee de loop van de Drôme wordt gevolgd. Het is tevens de BIS naar Gap, een naam die ons bergachtig en avontuurlijk in de oren klinkt. Het is een prachtige route om te rijden en met een caravan ook heel goed te doen. De omgeving is bergachtig, maar voor de echt hoge jongens moet je nog even doorrijden en dat doen we vandaag niet. Het plaatsje Die heeft een oud centrum, maar in onze ogen is het geen juweeltje. We gaan ook nog even naar de gemeentecamping, waar je in het voorseizoen voor ruim € 12,- per nacht een prachtig plekje kunt vinden. Proefondervindelijk stellen we vast dat het sanitair perfect is. Een verblijf op deze camping, die een goede uitvalsbasis is voor schitterende tochten in de omgeving, kunnen we aanbevelen. Op weg terug slaan we rechtsaf de D129 op, richting Saint-Julien-en-Quint, een dorpje van niks, maar de Passage des Tourettes is een leuke route om te rijden. Maar v,oor de passagier is het soms wat spannend, met de afgrond vlak naast je. Als we op de camping zijn aangekomen is het 21 graden. Heinie gaat afrekenen en betaalt met 6 Campingcheques voor 7 nachten. Morgen gaan we naar Pont de Vaux. We hopen in deze streek nog eens terug te komen.
Vanmorgen vertrekken we om tien uur uit Grâne naar onze bestemming Camping Aux Rives du Soleil, nabij Pont De Vaux, in de Bourgogne. Zoals vaker de laatste jaren kiezen we ervoor om door Lyon te rijden. Dat scheelt veel kilometers ten opzichte van de ringweg en het rijdt minstens zo ontspannen. We genieten van de reis, want het is prachtig weer. Tegen tweeën komen we op de ACSI-camping aan en kiezen voor een mooie en ruime plaats aan het speelveld. Bovendien: – niet onbelangrijk – we hebben weer (gratis) Wifi in de caravan. Hopelijk blijft het mooi weer, want we willen graag veel fietsen.
Vandaag vieren de Fransen het Fête de la Victoire (feest van de overwinning), vergelijkbaar met onze Bevrijdingsdag. Het is een nationale feestdag, dus de winkels zijn gesloten. We verwachten veel feestrumoer en op de camping worden we geattendeerd op feestelijkheden in Châlon. Omdat het duidelijk geen fietsdag wordt, want het is bewolkt en later zal het gaan regenen, zoeken we de feestvreugde op. We stoppen € 2,20 in de parkeermeter, maar die dag is het vrij parkeren en het geld zijn we kwijt. In het centrum is het doodstil, er is bijna geen mens te bekennen. Helaas is er geen feest en er is dus ook geen vreugde te bespeuren. Maar nu we er toch zijn kijken we wat rond en gaan de Cathedrale Saint-Vincent binnen, voorheen de zetel van de bisschop van Châlon. Een deel van het gebouw is gedateerd in de 8e eeuw, maar de neo-classistische gevel is in de 19e eeuw gerealiseerd. Het interieur lijkt gotisch en is werkelijk prachtig. Daarna rijden we via Givry, Buxy en Cormatin weer terug naar de camping.
Dit is een Route du Château, waar we keer op keer verrast worden door mooie en idyllisch gelegen kasteeltjes en kastelen. In Cormatin bezoeken we Château de Cormatin, een kasteel dat in de 17e eeuw is gebouwd, en vanaf 1980 in de oorspronkelijk stijl is gerestaureerd. Rondom het gebouwencomplex ligt een prachtig aangelegde tuin, waar we niet al te lang wandelen, want inmiddels is het harder gaan regenen. Thuis gekomen is er werk aan de winkel. De waterpompen van het aanrecht, de wastafel en de wc doen het plotseling niet meer. Het moet een kapotte zekering zijn, maar hoe komt dat en waar zit dat ding? Morgen eerst maar eens bellen naar de dealer. Wat een ongemak, het begint nu echt op kamperen te lijken.
Gisteravond en vannacht heeft het nog flink geregend. Vanmorgen ziet het er nog wat sombertjes uit, maar het voelt warmer aan dan gisteren, toen halverwege de middag de temperatuur daalde tot 13 graden. We wagen het erop en gaan met de fiets naar Pont de Vaux, langs het gelijknamige kanaal. Er is daar namelijk markt en het is voor sommige mensen een must om daarheen te gaan. Terug naar huis vallen er een paar spetters, waarvan ik zelfs niet in mineur raak. Na uitvoerig overleg met de Adria dealer zijn de problemen in zoverre opgelost, dat de waterspoeling van het toilet het weer doet. Nu moeten we 35 km. verderop naar een zaak voor caravanonderdelen, waar we aan een nieuwe waterpomp voor de keuken en wastafel proberen te komen. Bij het tweede bedrijf hebben ze wel het goede merk, maar ik ben er zeker van dat deze niet geschikt is voor de ingewikkelde aansluiting in de caravan. Dus we besluiten onze laatste vakantieweek maar op een lager kampeerniveau af te maken. Inmiddels schijnt de zon volop en is het 25 graden! We blijven tot half negen nog heerlijk buiten zitten. Morgen worden nog hogere temperaturen verwacht, tot tegen de dertig graden. Ook vrijdag zou het heel mooi kunnen worden.
Het is vandaag een zomerse dag met temperaturen achter in de twintig graden, schatten we. Er waait een heerlijke verfrissende wind, die we tegen hebben als we naar Mâcon fietsen. We rijden over de Voie Blue, een mooi breed asfaltpad die helemaal langs de Saône loopt. Het is een heerlijke tocht van 40 km. heen en terug. Al fietsend ervaar je het landschap heel intens in al zijn kleuren en geuren. Onderweg schiet een slang, van ongeveer een meter lengte, voor ons langs het gras in. Mâcon is een leuke stad en het is er gezellig druk. We komen er rond lunchtijd aan en de terrassen zijn vol mensen, maar ook op bankjes langs de kant of in het park vind je mensen die hun lunch gebruiken. In deze stad met opgewekte mensen zie je zelfs etalagepoppen met blijde gezichten. Bij Mc Donalds eten we een ijsje en stappen weer op de fiets. De weg terug hebben we met de wind in de rug meer snelheid, zodat we halverwege de middag op een zonovergoten camping aankomen. Wat ons betreft hebben we morgen weer zo’n dag.
Vandaag is het nog iets warmer dan gisteren, met gelukkig wat verkoelende wind. Vanmorgen zijn we op de fiets weer naar Pont de Vaux geweest om boodschappen te doen. Het makkelijke van supermarkt Carrefour is dat op veel artikelen ook Nederlandse teksten staan. Een paar weken geleden kochten we in een supermarkt iets wat leek op goulash met grote champignons, maar dat later bleek ganzenlever te zijn in één of andere saus. Vanmiddag gaan we een korte fietstocht van ongeveer 17 km. maken volgens een door de camping geleverde routebeschrijving. Daar komen we onderweg niet uit, verdwalen een beetje en blijken naderhand toch 17 km. te hebben gefietst. Zoals gezegd is het prachtig weer, waarbij we vooral genieten van de geuren en kleuren in de natuur. En het uitbundig gefluit van de vogels, niet te vergeten. Puffend, steunend en zwetend komen we weer op de camping aan, en zetten de stoelen op de luiste stand onder de dichtstbijzijnde boom. Morgen zal het een stuk koeler zijn, maar vanavond kunnen we nog tot laat buiten zitten. Als de muggen dat toelaten tenminste.
De Saône vormt de scheiding tussen grofweg de wijnstreek van de Bourgogne aan de west- en het agrarische Bresse aan de oostkant. De Bresse is o.a. bekend om de Bressekip, een fors uitgevallen dier met blauwe poten, waar de liefhebber een hele kluif aan heeft. Maar er zijn meer verschillen, die je de indruk geven dat je in een ander land bent. Het regent als we wakker worden en het is meteen een heel stuk kouder. Omdat we zo’n beetje alle markten in Frankrijk hebben gezien, laten we de zaterdagmarkt in Tournus voor wat het is en gaan naar Louhans in de Bresse, dat bekend is om zijn leuke en oude centrum. We rijden via de D2 Pont de Vaux aan de noordoostkant uit en vervolgen onze weg via de D58 en de D12. Het sterk glooiende landschap is beslist niet onaardig, met links en rechts grote akkers waar diverse graansoorten worden verbouwd. Opvallend zijn de langgerekte boerenwoningen, sommige met schilderachtige vakwerkgevels, waarin verschillende generaties van de boerenfamilie gehuisvest lijken te zijn. Anders dan in het westelijke deel van de Bourgogne zijn de gevels van de woningen meestal gepleisterd, waardoor de dorpen er nogal “Duits” uitzien. Louhans heeft een heel leuke winkelstraat, waar je aan weerszijden onder arcades loopt met in totaal 157 bogen, beschut tegen regen en sneeuw. De weg terug gaat via de D971 en de D933. Op de heenweg hebben we Camping Les Ripettes bekeken, net buiten Pont de Vaux. Wie van rust en ruimte houdt kan hier heel goed terecht. Het is geen grote camping maar wel met heel grote beschaduwde plaatsen en uitstekende voorzieningen. Maar zo in het voorseizoen is het ons veel te rustig. Terug op de camping is het nogal fris vergeleken met gisteren. Het is 18 graden, maar droog.
Opnieuw is het een heel zonnige en heldere dag. De wind is fris, maar we genieten van deze lentedag. Misschien wel de laatste voorlopig, want morgen gaat het weer richting Nederland. In heel west Europa was het kwakkelweer tot nu toe, maar wij mogen beslist niet klagen en dat doen we dus ook niet. Bij de receptie hebben we een aantal fietsroutes gekregen, waarvan we er nog maar één hebben gereden. Dat wil zeggen: gedeeltelijk, want halverwege zijn we de weg kwijtgeraakt. De tocht van vandaag is 35 km. lang en voert ons, aan de oostkant van de Saône, over smalle landweggetjes en kleine gehuchtjes. De eerste paar kilometer gaat het goed, maar opnieuw raken we de weg kwijt. Dat kan natuurlijk niet aan ons hebben gelegen, en we gaan op eigen gevoel verder. We komen door de dorpen Chavannes, Saint-Etienne en nog een aantal buurtschappen, en passeren het riviertje de Reyssouze een paar keer. Het gebied is glooiend, maar heel goed te fietsen. Als we weer op de camping aankomen staat er 25 km. op de teller. We hebben dus nog ruimschoots de tijd om alles rondom de caravan klaar te maken voor vertrek. Morgen rijden we naar Arlon, waarna we dinsdag weer thuis hopen te zijn. En dat is na vijf weken vakantie best een prettige idee. Hiermee eindigen we ons reisverslag.