Pensionado's onderweg ~ reisverslagen en campinginformatie


2011 Najaar in Duitsland en Frankrijk

Woensdag 31 augustus – Het begin

Hoewel de dagen vóór onze vakantie nat en koud waren, is het nu eindelijk eens droog. De weersvooruitzichten voor de komende dagen zijn goed. Als we na ruim 4 uur en 245 km. reizen om kwart voor twee op Camping Siësta bij Mendig aankomen, is het zonnig en lekker warm. Mendig is een aardig stadje waar een reiziger alles kan kopen wat hij nodig heeft. Het ligt in een toeristisch interessant gebied, dicht bij de Laacher See. Het meer is een voormalige vulkaankrater, één van de vele in dit van oorsprong vulkaanachtige gebied. De camping is een aanrader voor één of twee overnachtingen: heel dicht bij de snelweg, die je steeds hoort maar geen overlast geeft. Het is makkelijk aan te rijden en heeft prima sanitaire voorzieningen en dat alles voor maar € 14,- per overnachting. In de Biergarten kun je voor weinig geld een schnitzel eten. Ik ontdek dat ik mijn rijbewijs / identiteitskaart ben vergeten. Gelukkig heeft Everlien hem gevonden en per post opgestuurd naar Bad Herrenalb, onze volgende bestemming. Hopelijk laten de posterijen het niet afweten!

foto: Relaxed, maar dicht bij de snelweg

Donderdag 1 september – Maria Laach en Laacher See

Het is prachtig weer, dus tijd om de omgeving per fiets te verkennen. We ontdekken een fietspad dat richting Laacher See lijkt te gaan. Al gauw blijkt dat we via de Bundesstrasse moeten rijden, wat we niet aandurven. Daarom gaan we weer terug, maar nu richting Mendig. Daar kopen we een aantal onontbeerlijke dingen, zoals een afwasborstel, aardappelschilmesje en meer van dat grut. Terug naar de camping moeten we behoorlijk klimmen, wat Heinie heel goed afgaat. Ik heb er net zoveel moeite mee als zij, maar dat komt natuurlijk omdat ik 20 kilo zwaarder ben. Na de lunch bekijken we de, verder van de Autobahn gelegen, Camping Laacher See. Super! Houders van een ACSI-kaart kunnen voor € 15,- terecht op een deel van de camping, zeg maar op de tweede keus plaatsen, maar die toch mooi zijn gelegen. We zoeken daarna naar het ‘dorp’ Maria Laach, maar dat bestaat eigenlijk niet. Het is in feite een Benedictijner abdij, die zo heet. Het grote complex is voor een deel toegankelijk en zeer de moeite van een bezoek waard. Het letterlijk hoogtepunt is de abdijkerk, één van de belangrijkste romaanse kerkgebouwen ten noorden van de Alpen. Maar bezoek vooral ook de kloostertuinen en –kassen. We sluiten deze mooie dag (24 graden) af met een etentje in de biergarten van de camping.

foto's linksboven: Laacher See, gefotografeerd vanaf de gelijknamige camping; rechtsboven: De kerk in Maria Laach; onder: de kloostertuin

Vrijdag 2 september – Bad Herrenalb

We worden gewekt door het geluid van een regenbui, maar als we om half elf vertrekken is het weer droog en verbetert het weer steeds verder. Het is zonnig en warm als we na een rit van ruim 240 kilometer om kwart voor drie bij de camping aankomen. Tot drie uur is het hier ‘ruhezeit’ en moeten we buiten de poort wachten. Die wachttijd benutten we om ons zomers te kleden. De 20 kilometer lange rit vanaf de A5, na de afslag bij Ettlingen, voert door het mooie dal langs het riviertje de Alb naar Camping Jungbrunnen (bestaat niet meer) in Bad Herrenalb. De plaats is een ‘Kurort’ en oogt chic, maar ook gezellig en levendig, met statige gebouwen en een heel mooi park. Tegen het eind van de middag bezoeken we onze vrienden Marijke en Albrecht, die ons verwelkomen met koffie en veel gebak, zoals we dat van hen gewend zijn. Na het avondeten zoeken we de camping weer op. De camping is niet goedkoop: we betalen € 23,60 per overnachting, incl. douches. Die zijn niet gratis en de stroom wordt naar verbruik afgerekend. ACSI strooit kwistig met stickers, waardoor ten onrechte de indruk bestaat dat het een ACSI-camping is. Ernaast ligt het gemeentezwembad, waar je vrij toegang hebt op vertoon van je Gästekarte.

foto: Het kost wat, maar dan heb je ook wat

Zaterdag 3 september – Freudenstadt

Marijke en Albrecht begroeten ons met de mededeling dat mijn rijbewijs nog niet is ontvangen. Daar baal ik van. Na de koffie met veel gebak gaan we met onze vrienden mee op een rit door het prachtige Zwarte Woud, met als eindebestemming Freudenstadt. Onderweg stoppen we bij de Mummelsee, een heel toeristisch oord, waar veel mensen en wespen zich tegoed doen aan allerlei lekkers. We drinken op het terras een flink glas appelsap, terwijl we ons uiterste best doen om ons zoveel mogelijk te beheersen en niet hysterisch om ons heen te slaan om de wespen op een afstand te houden. Nadat we om het meertje zijn gewandeld gaan we weer verder over de Schwarzwald Hochstrasse. Het is inmiddels knap warm in de Benz, zonder airco! De buitentemperatuur is opgelopen tot 30 graden. Het centrum van Freudenstadt is in de oorlog gebombardeerd en heeft weinig karakteristieks. We wandelen wat rond, eten ijs, genieten van kinderen die verkoeling zoeken in de fonteinen van het park en gaan weer terug naar Bad Herrenalb. Vlak bij huis eten we in een restaurantje een voortreffelijke gerookte forel, waarmee ons gezamenlijke uitstapje culinair wordt afgerond.

foto's links: Mummelsee; rechts: Bedriegertjes in Freudenstadt

Zondag 4 september – Gernsbach

Gisteravond begon het al te druppelen, vannacht regende het soms, maar vanmorgen is het weer droog en tot halverwege de middag met 25 graden zelfs warm. Nadat we samen koffie hebben gedronken maken we vanaf de camping een wandeling over het ‘Quelle Erlebnispfad’. Langs de route staan borden met informatie over de talrijke bronnen in de omgeving en hun ontstaan. Daarna gaan we naar het op ongeveer 12 kilometer van hier gelegen Gernsbach, dat bekend is om zijn mooie eeuwenoude centrum. Dit centrum was vaak een geliefd motief voor kunstschilders. Overal zie je plantenbakken met prachtige bloemen, wat het geheel er nog mooier op maakt. Tegen dit centrum aan ligt Der Katz’sche Garten, een heel interessante barok- en sculptuurtuin. Een aanrader voor tuin- en plantenliefhebbers. We zien een grote diversiteit aan bloemen en planten, zoals de Toxodium Distichum, Nandina Domestica, Albizia Julibrissin en de bij velen bekende Jubaea Chilensis. Maar ook de minder bekende soorten zoals Musa Basjoo, die je alleen in Japan vindt en de Argentijnse Trithrinax Campestrix ontbreken niet. Na genoten te hebben van een maaltijd bij Marijke en Albrecht gaan we weer voldaan terug naar de camping.

foto's links: Gernsbach en der Katz’sche Garten; rechts: kunst

Maandag 5 september – Frauenalb en Bad Herrenalb

Gisteren begon het aan het einde van de middag te regenen en dat ging onafgebroken door tot vroeg in de ochtend. We doen niet veel vandaag. Maar onderweg naar Bad Herrenalb zagen we dat er ook een Frauenalb bestaat. We bezoeken het plaatsje, dat niet veel meer blijkt te zijn dan een buurtschap om een kloosterruïne. In betere tijden was dit een Benedictinessenklooster, gebouwd tussen 1696 en 1704. Vanaf 1802 waren er een fabriek en een ziekenhuis in gevestigd. Het werd daarna gedeeltelijk gesloopt en was na herbouw in gebruik als brouwerij. Het geheel is in 1853 door brand verwoest en vanaf toen tot een ruïne vervallen. Best triest eigenlijk, want de oude glorie is nog duidelijk zichtbaar. Daarna rijden we weer naar Bad Herrenalb, dat er monter bijstaat in haar glorie als Kurort.

foto's links: Klooster Frauenalb; rechts: Het riviertje de Alb

Dinsdag 6 september – Ribeauvillé, Frankrijk

Na amper 150 kilometer en 2 uur rijden komen we in een warm en zonnig Ribeauvillé aan, op de gemeentecamping Pierre de Coubertin. Er was in Duitsland om 13.00 uur nog steeds geen post ontvangen vanuit Nederland, dus we bellen de ANWB om informatie. Die adviseren ons een nooddocument aan te vragen bij het consulaat. Er staat er één in Straatsburg, dus we gaan naar Ribeauvillé, zo’n 40 kilometer daar vandaan. Kunnen we er morgen heen en maken er dan een leuk dagje van. Voor de zekerheid eerst even gebeld, want misschien komen we voor een dichte deur. Men vertelt dat er voor afgifte van dit document goedkeuring nodig is van de ambassade in Parijs. Die kan ik nu niet te pakken krijgen, dus we proberen het morgen nog eens. Inmiddels hebben we een mooie stek gevonden op de camping. Het is heerlijk warm, 24 graden. Morgen gaan we aangifte doen van vermissing van mijn documenten en bellen naar de ambassade. Dit heet nou een actieve vakantie. Maar het moet gezegd: het is mijn eigen domme schuld.

foto: Op de achtergrond de wijnhellingen van de Elzas

Woensdag 7 september – een regendagje

Omdat het regent doen we alleen wat we moeten doen: winkelen bij de dichtbij gelegen grote Leclerc en aangifte van vermiste reisdocumenten bij de Gendarmerie. Deze camping kunnen we iedereen die langer in de Elzas wil blijven van harte aanbevelen, zie ook de reviews op diverse sites, waaronder Zoover. Een overnachting kost € 15,- douches zijn gratis en ook Wifi, dat overal op de camping bereik heeft. Een geschikte dag dus om de weblog bij te werken. Ons reisschema passen we onder druk van de omstandigheden aan. Inmiddels hebben we een reisdocument, niet van de ANWB, het Nederlandse consulaat of ambassade, maar gewoon via de Gendarmerie. Het document is 2 maanden geldig, dus kunnen we dit onderwerp eindelijk laten rusten. Morgen gaan we vanhier naar Camping Le Port “Raie Mignot” in Seurre, ongeveer 260 kilometer rijden. We willen geen al te grote afstanden afleggen. Omdat daar geen Wifi is moeten onze trouwe lezers dus geduld hebben tot we op de gemeentecamping Saint Vital bij Cluny zijn, waar we de fietsen weer hopen te gebruiken.

foto: Wijngaarden rondom

Donderdag 8 september – Seurre aan de Saône

Marijke belde vanmorgen om te vertellen dat mijn rijbewijs is aangekomen. Dat neemt ze volgende week mee naar Nederland, wanneer zij en Albrecht een weekje van ons huis gebruik maken. Het is niet koud als we uit Ribeauvillé vertrekken. Met een bedekte hemel is het zelfs ideaal reisweer. We vertrekken tegen het eind van de morgen, want we hoeven niet ver te rijden. Helaas blijkt de camping in Seurre te zijn gesloten, zo te zien al een hele tijd. Jammer, want we hebben er goede herinneringen aan. Toen we eens in de buurt waren hebben we het alternatief, de gemeentecamping, al eens bezocht, en daar geen goed gevoel aan over gehouden. Maar we zijn moe, dus gaan we toch maar naar deze camping, die pal aan de Saône is gelegen, en daar hebben we geen spijt van.

Het is laagseizoen, dus een deel van het terrein en de voorzieningen zijn al gesloten. Op het overblijvende deel is meer dan voldoende ruimte en daar kiezen we een mooi plaatsje aan het water, met een fraai uitzicht op de stad. We hebben behoefte aan beweging en wandelen naar de stad, zitten daar op een bankje in de zon, en denken terug aan eerdere bezoeken. De sanitaire voorzieningen van Camping de la Plage zijn eenvoudig, maar schoon. En ach, we betalen maar € 12,25 per nacht.

panoramafoto: Seurre aan de Saône

Vrijdag 9 september – Cluny

Er is vanmorgen alle tijd om op te breken, want we hebben maar 118 kilometer voor de boeg. We gaan eerst maar even tanken, koppelen daarna de caravan aan en gaan op weg. Het is prachtig weer, maar afgelopen nacht miezerde het een beetje. We rijden alleen maar over provinciale wegen door kleine dorpjes, eerst richting Châlon sur Saône en dan door Mâcon, waarbij we langs de ons welbekende camping rijden. We arriveren om kwart voor een in Cluny, veel te vroeg om de gemeentecamping Saint-Vital op te mogen. Dat kan pas vanaf drie uur. We zoeken wel alvast een mooie plaats uit en zetten daar de tuinstoelen neer. Het is warm, te warm eigenlijk om zo druk bezig te zijn met het horizontaal plaatsen en inrichten van de caravan. Maar als we eenmaal staan hebben we een mooi uitzicht op de eeuwenoude stad. ’s Avonds gaan we er even op de fiets naartoe, alhoewel het heel goed te wandelen is. De levendigheid die je in de Duitse stadjes mist vind je hier volop met gezellig drukke terrasjes. We zitten nog tot half tien buiten, heerlijk!

foto: Uitzicht op Cluny vanaf onze plek

Zaterdag 10 september – de Voies Vertes

Het is zonnig en warm (28 graden). Na het boodschappen doen drinken we koffie en eten de lekkere taartjes, waarop we onszelf hebben getrakteerd. Na de lunch maken we een fietstocht op de voie verte (groene weg, of groene route) die precies achter de camping langs loopt. Op het tracé van een vroegere spoorlijn is een prachtig geasfalteerd fietspad aangelegd. In het departement Saône-et-Loire (in zuid-Bourgondië) ligt zo’n 360 kilometer aan fietsroutes waar druk gefietst, gewandeld en geskeelerd wordt. De oude stationsgebouwen zijn vaak nog intact en bieden de mogelijkheid om binnen je boterham te eten of van het toilet gebruik te maken. We lenen van de camping een sleutel, waarmee we het hek kunnen openen en direct toegang hebben tot de fietsroute. We maken een trip van zo’n twee uur, incl. rustpauzes, en hebben bij thuiskomst dan 25 kilometer op de teller staan. Vanmorgen hebben we wat vlees gekocht voor de BBQ en drinken daarbij een heerlijke witte streekwijn. Om tien uur vanavond gaan we weer naar binnen, want dit verslag moet nog geschreven worden.

foto's links: Het oude stationnetje met de perrons; rechts: Eén van de leuke dorpjes

Zondag 11 september – Taizé

Eigenlijk wisten we al dat de voie verte in zuidelijke richting (gisteren gingen we de andere kant op) een paar klimmetjes kent. Na 6 kilometer moet je bovendien door een (voormalige spoorweg-) tunnel, waar het flink koud is. We fietsen dus maar een klein stukje en gaan dan weer terug. Mijn fiets mag dan vorig jaar wel zijn gerepareerd, maar als je flink op de pedalen moet kraakt dat ding aan alle kanten. Omdat de lucht nogal betrekt maken we een ritje met de auto naar Blanot, Cormatin (waar je ook met fiets goed kunt komen) en Taizé. Ook dat is met de fiets goed te doen, alleen de laatste 500 meter is het klimmen geblazen. In de Bourgogne, voor zover wij de streek kennen, vind je in het noordelijke deel veel wijngaarden, terwijl het zuidelijker deel veel veeteelt kent. Daarom zie je daar veel maisvelden, waar de oogst nog niet is begonnen. Als je van een hoogte over de heuvels kijkt, zie je dat de velden van elkaar zijn gescheiden door hagen, die keurig bijgehouden worden. Het is een bonte lappendeken van grillig gevormde akkers. Taizé is wereldwijd bekend vanwege zijn interkerkelijk georiënteerde geloofsgemeenschap. Het heeft een sterke aantrekkingskracht onder jongeren, die daar massaal naartoe gaan, op zoek naar spiritualiteit.

foto: Taizé

Maandag 12 september – naar Privas

De hemel heeft onze favoriete kleur en de temperatuur loopt op tot 29 graden, we zijn op weg naar Privas. Na ons vertrek, om kwart over tien, komen we al gauw op de N79, die bij Mâcon aansluit op de péage, de A6. Vooral rijdend op de N79 hebben we een prachtig uitzicht op de heuvels van de Bourgogne met zijn liefelijke dorpjes. Zoals we al vaker deden rijden we dóór Lyon en niet er omheen, wat ons heel wat kilometers scheelt. Alleen bij de tunnels stroopt het verkeer wat op, maar verder stroomt het weer goed door. Op de tweede ‘aire’ stoppen we voor een hapje eten. Veel parkeerplaatsen zijn hier prachtig aangelegd, met voldoende mogelijkheden om een schaduwplekje te vinden. Na vier uur reistijd arriveren we om kwart over twee op Ardèchecamping Privas. Het voelt een beetje als thuiskomen, met een hartelijke ontvangst door de gastvrouw, die ons bleek te herkennen. We vinden een mooie ruime plek, waar direct achter ons het riviertje de Ouvèze stroomt. Hoewel we hier vier overnachtingen hadden gepland, besluiten we er een week te blijven. Daarna gaan we een week naar Saint Rémy de Provence, waar we volop kunnen fietsen. Dat kan hier alleen maar bergaf, maar bergop is het geen doen met die warmte.

bovenste foto: Een parkeerplaats onderweg; foto links: Het riviertje achter de camping; rechts: Zon en schaduw, een perfecte plaats!

Dinsdag 13 september – luieren

Het is vandaag een prachtig zonnige dag. Het kwik loopt op tot 29 graden, maar het is goed uit te houden, dankzij een verkoelende, voortdurend waaiende wind. De luchtvochtigheid is heel laag, waardoor de contouren van de heuvels rondom ons scherp afsteken tegen de helder blauwe hemel. Zo, dat is eruit. Vervelend voor de thuisblijvers misschien, maar we draaien er liever niet omheen. Omdat we vandaag onze bezigheden beperken tot wat huishoudelijke taken, zoals boodschappen doen in de grote Intermarché hier tegenover, valt er niet veel meer te melden dan dat we voornamelijk luieren in de zon (Heinie) of in de schaduw (Wout), af en toe een glaasje achterover kieperen en wat kaasjes proeven. Voor degenen die deze camping niet kennen kan ik melden dat het een ideale gezinscamping is, met goede voorzieningen voor de jeugd van alle leeftijden. Het bouwen van een overdekt zwembad met glijbaan staat op de planning. De eigenaren zijn heel sympathieke mensen met wie je goed in het Engels kunt converseren (in het Frans ook trouwens, maar dat ligt me niet zo). Er is gratis Wifi, waarvoor je in de omgeving van de receptie moet zijn. Tja, wat wil je nog meer?

Woensdag 14 september – Gorges-de-L’Ardèche

Het is vanmorgen een beetje bewolkt en er waait een flinke wind, maar we gaan er toch opuit. Ons reisdoel is (of eigenlijk moet je zeggen: zijn-) de Gorges-de-L’Ardèche. Ger Wildschut, die een prachtige website bijhoudt met veel nuttige reisinformatie, adviseerde ons vanaf Pont-St-Esprit te rijden, richting Gallon-Pont-d’Arc, tegengesteld aan onze rit van drie jaar geleden. Dat blijkt een goed advies te zijn geweest, want we rijden nu van heel mooi naar adembenemend. Tomtom dirigeert ons vanaf de camping over de D2, naar een afstekertje langs St-Bauzile (de D3), die verderop weer op de D2 aansluit. Het is inmiddels weer wolkeloos en helder, waardoor de bergen strak afsteken tegen de blauwe lucht. Een van de voordelen van het laagseizoen is dat je soms op bijna verlaten wegen rijdt, zodat ook de chauffeur de kans krijgt om om zich heen te kijken. Nog voordat de D2 helemaal naar het Rhônedal is afgedaald, zien we in oostelijke richting heel duidelijk Le Ventoux.

foto's linksboven: “pril” geluk; rechtsboven: De rivier l’Ardèche; onder: Rochemaure

Op de D86, die langs de Rhône-oever loopt, stoppen we even bij Rochemaure voor een paar foto’s. Boven op de berg ligt een fortificatie, van waaruit de regionale ridders destijds het dal goed konden overzien en eventuele concurrenten op tijd konden zien aankomen. Bij St-Just verlaten we de D86, omdat we nu langs de schitterende gorges rijden. We hopen dat de foto’s voor zichzelf spreken, want de wonderschone vergezichten zijn met geen pen te beschrijven. Bij de beroemde Pont-d’Arc eten we een plat du jour en gaan daarna weer op weg naar Privas, via Aubenas.

Vrijdag 16 september – Vallée de l’Eyrieux

De Michelinkaart nodigt steeds weer tot het rijden van allerlei kronkelweggetjes, zodat we ook deze keer de verleiding niet kunnen weerstaan om een rondrit door de bergen te maken. Gisteren hebben we niets gedaan wat het vermelden in deze blog waard is, dus die dag slaan we over. We rijden door het centrum van Privas richting Les Ollières, over de D2. Als je in Privas de brug over de Ouvèze overgaat naar Veyras, zou je dolgraag even willen stoppen voor een foto van het dorpje Veyras, dat strak langs de rotswand gebouwd is. Maar helaas is er geen parkeermogelijkheid, dus we rijden maar door. De weg stijgt meteen vrij sterk, zodat je al gauw op 800 meter hoogte zit. Na Les Ollières kiezen we de D120 naar Le Cheylard, door de Vallée de l’Eyrieux. Aan de overkant van de vallei lijkt een spoorweg te lopen, maar bij nader inzien is dit ook weer een Voie Verte, een fietspad dus, over het tracé van de voormalige spoorlijn. Bij La Roche stoppen we voor een fotomoment. Le Cheylard is de moeite van een bezoek waard. In het oude centrum, met steil hellende steegjes, staan de huizen heel schilderachtig op en achter elkaar geplakt. Over schilderachtig gesproken: In Frankrijk zie je vaak prachtig beschilderde gevels, waardoor het lijkt alsof zich ramen en deuren en balkons in de eigenlijk saaie gevels bevinden, die er niet zijn. Het is allemaal geschilderd, en je moet soms heel dichtbij komen om te zien dat het niet echt is. Nadat we een flinke sorbet hebben gegeten volgen we de D578 en passeren enkele cols op een hoogte van meer dan duizend meter. We hebben vandaar een schitterend uitzicht over de streek, met in de verte de toppen van de Alpen. Deze weg blijft lang op dat hoge niveau, waar de temperatuur nauwelijks boven de 19 graden uitkomt. Op de camping, waar we vier uur later aankomen na een rit van 105 kilometer, is het inmiddels 27 graden en drukkend warm. Het was een prachtige rit.

foto's linksboven: La Roche; rechtsboven: Niets is wat het lijkt; onder: De bergen van de Ardèche

Zaterdag 17 en zondag 18 september

Er is ander weer op komst. Zaterdag is het bewolkt, er valt af en toe een bui en het onweert. Soms klaart het weer op en dan is het weer warm, maar aan het einde van de dag is het aanmerkelijk kouder en regenachtig. In de stad is er nogal wat te doen, maar het parkeren daar is dusdanig moeilijk, dat we ons beperken tot het doen van wat inkopen. Zondag is het grijs, regenachtig en koud, tijd voor de lange broek en we zetten het droogrek onder de luifel. Gelukkig hebben we goede muziek bij ons, puzzelboekjes, spelletjes en lekkere drankjes. Morgen gaan we verder, naar de Provence.

Maandag 19 september – Saint Remy de Provence

Het was gisteren niet de hele dag grijs: ‘s middag brak de zon weer door, zodat we de ‘schade’ weer wat konden inhalen. Vanmorgen is het een stuk koeler. We vertrekken om kwart over tien en precies 150 kilometer later komen we aan op Camping Pegomas in de Provence. We bevinden ons in het Rhônedal, aan de ‘poort’ van de Camargue, het gebied dat bekend is om zijn wilde paarden en dito stieren. Dit weekend zijn er hier diverse festiviteiten, waaronder spelletjes met wilde paarden en dito stieren, een defilé en een orgelconcert in de oude kerk Collégiale Saint-Martin. We weten nu nog niet wat we zullen kiezen. De stad heeft een mooi oud centrum, dat op ongeveer tien minuten lopen van de camping ligt. Na de lunch gaan we op onderzoek uit. Er waait een frisse wind, maar in de zon is het heerlijk. In de binnenstad zijn talrijke kunstgalerieën die de moeite van een bezoek waard zijn. We kopen wat moois ter ere van onze trouwdag, aanstaande zaterdag. Morgen nemen we de tijd om de omgeving eens goed te verkennen.

foto's linksboven: Heinie kijkt haar ogen uit; rechtsboven: één van de toegangen naar het oude centrum; onder: pleintje in het oude centrum

Dinsdag 20 september – fietsen

Het koelde flink af, vannacht. Bij zo’n heldere hemel met oneindig veel sterren, kun je dat verwachten. Vanmorgen is het nog fris, maar helder en zonnig. We doen boodschappen in de Intermarché en bekijken een tweetal campings, omdat Simone en Martijn volgend jaar ook naar Saint Remy willen. Na de lunch gaan we fietsen, maar eerst kopen we een goede kaart, zodat we niet verdwalen en de weg naar huis terug kunnen vinden. Daarna maar een beetje op goed geluk op de pedalen. Wij rijden langs de provinciale weg D571 richting Avignon, uiteraard zonder fietspaden. Maar automobilisten hebben respect voor fietsers en geven ons de ruimte en waar nodig zelfs voorrang. We komen tot Eyragues, een keurig klein stadje op 6 kilometer ten noorden van Saint Remy. Omdat we geen ‘afstekertje’ kunnen vinden voor de terugweg, nemen we dezelfde route terug. We moeten af en toe flink op de pedalen, vanwege het hoogteverschil, maar ook door de mistral. Die goed uitziende Neckermann lichtgewicht sportfiets presteert ver onder maat. Hij kraakt aan alle kanten, wat een waardeloze fiets. Ik voel er niets voor om er nog geld aan te besteden, dus gaat hij na de vakantie in de verkoop.

foto's links: plaats E1 op Camping Pegomas; rechts: Eyragues

Woensdag 21 september – Glanum

Vandaag is het de eerste dag van de herfst, maar hier is het volop zomer. Je moet op z’n minst één keer in de vakantie een echt Franse markt hebben bezocht, en dat doen we vandaag. Zoals we eerder schreven is de oude binnenstad hier vandaan heel makkelijk te voet te bereiken, een wandeling van amper tien minuten. De kramen staan in lange rijen door de binnenstad heen tot zelfs daarbuiten. Er is veel volk op de been, wat het allemaal extra gezellig maakt.

foto's linksboven: gezellige markt; rechtsboven: veel geuren en kleuren op de markt; linksonder: de ‘hoofdstraat’ van de Romeinse nederzetting; rechtsonder: tempelrestanten

Na de lunch rijden we naar het dichtbij gelegen Glanum. Saint Remy ligt aan de noordkant van het Parc Naturel Regional Des Alpilles, een rotsachtig laaggebergte, met stadjes die je beslist moet bezoeken, zoals het bekende Les-Baux-de-Provence. In Glanum vestigden de eerste inwoners zich in de 7e en 6e eeuw vóór onze jaartelling. Het water van de plaatselijke bronnen, waaraan helende krachten worden toegeschreven, wordt bewoond door Glan, een Keltische god. De relatie met de Griekse wereld bracht de Glaniërs welvaart. Als gevolg daarvan verrezen er gebouwen die zijn geïnspireerd op de hellenistische bouwstijl. Onder heerschappij van de Romeinse keizer Augustus ontstaat hier een Romeinse kolonie. De overblijfselen daarvan hebben we nu bekeken.

Donderdag 22 september – Arles en Les Baux de Provence

Je wordt in de steden door affiches en namen van restaurants steeds herinnerd aan de jaren dat Vincent van Gogh hier, vanaf 1888, een aantal van zijn productiefste jaren als kunstenaar heeft doorgebracht. Van alle steden is Arles in dat verband misschien wel het meest bekend. We rijden erheen via de ´bergen´ van de Alpilles. Het is een heel mooie route met prachtige vergezichten. De film Jean de Florette, met o.a. Yves Montand en Gérard Depardieu en het vervolg daarop Manon des Sources konden in deze streek zijn opgenomen. Helemaal Provence! Onderweg stoppen we bij een dreigend uitziende fortificatie, wat een voormalige abdij blijkt te zijn, de St-Pierre de Montmajour.

foto's linksboven: St-Pierre de Montmajour; rechtsboven: het Romeinse amfitheater; links: Les Baux

We zijn al eens eerder in Arles geweest, maar toen hebben we, hoe is het mogelijk, de Romeinse wijk niet gezien. Arles was een nederzetting van de Grieken (vanuit Marseille), daarna een Romeinse kolonie. Keizer Constantijn bezocht de stad herhaaldelijk. Sedert de 4de eeuw was het wel­varende ‘kleine Rome’ der Galliërs een religieus middelpunt. De goed bewaard gebleven arena, een amfitheater, dateert waarschijnlijk uit het derde kwart van de1ste eeuw v.C. Men werkt momenteel aan de restauratie, maar ik vraag me af of dit niet al te grondig gebeurt, het lijkt hier en daar bijna nieuwbouw. Dit verhaal zou te lang worden als we alles zouden beschrijven, dus we laten het hierbij, waarmee we de stad, waar je beslist geweest moet zijn, te kort doen.

foto's linksboven: één van de vele pittoreske straatjes in Arles; rechtsboven: Les Baux ligt hoog op de rotsen; links: een mooi uitzicht over de vallei

Vrijdag 23 september – sur place

Sur place klinkt beter dan niets doen, maar komt ongeveer op hetzelfde neer. Nou ja, helemaal niksen was er niet bij. We zijn met de fiets nog eens naar camping Mas de Nicolas gereden om voor Simone en Martijn wat foto’s te maken, omdat zij volgend jaar zomer hun vakantie hier willen doorbrengen. Daarna rijden we naar de Intermarché voor een paar boodschappen. Na de lunch verstuur ik per mail de campinggegevens, terwijl Heinie naar de stad loopt om wat cadeautjes voor de kleinkinderen te kopen. Zij doet dat liever alleen en ik sta daar volledig achter. Verder valt er niets anders te melden dat het warm is en zonnig, met temperaturen die oplopen tot zo’n 27 – 28 graden. Hierbij nog een paar plaatjes van de afgelopen dagen.

foto's links: kleurrijk en heerlijk in Saint Rémy; rechts: quasi nonchalant in Les Baux

Zaterdag 24 september – jour de fête

Vandaag is het onze trouwdag en er is feest in de stad, kan het mooier? Nadat we boodschappen hebben gedaan gaan we gauw met de fiets naar de Place Géneral de Gaulle, waar zich al een hele menigte verzameld heeft. Hier zullen groepjes stieren voorbij komen, begeleid door ruiters, die hen helemaal hebben ingesloten om te voorkomen dat ze uitbreken. Het is een heel leuk schouwspel, dat ik helaas niet kon fotograferen omdat mijn accu leeg was. Maar morgen is er een herkansing. Na de lunch herstellen we van de emoties en genieten al luierend van de warmte. De zon laat het een beetje afweten vandaag, maar de temperaturen blijven op niveau. Over vieren wandelen we naar de stad, want daar wordt een optocht gehouden van ambachtslieden en burgers in historische kledij. Het is een heel mooi schouwspel met veel publiek. Daarna gaan we ter afsluiting van deze mooie dag op een terras nog een lekker hapje eten.

Zondag 25 september – Traditionelle abrivado di biou

Zes ruiters te paard, gewapend met alleen een stok met een puntig uiteinde, begeleiden zes rennende stieren over de rondweg van het oude centrum. De straten die daarop uitkomen zijn afgesloten met stalen hekken, waarachter het publiek veilig is. Winkelramen zijn afgeplakt en terrassen met rietmatten aan het oog onttrokken. Een muziekkapelletje blaast Spaans aandoende deuntjes en de spreekstalmeester kondigt in de microfoon aan dat ze over drie minuten voorbij zullen komen. Dan merk je aan het publiek dat de spanning oploopt, want ze horen aan het hoefgetrappel dat de groep zó de hoek omkomt.

En daar zijn ze dan, de stieren en hun begeleiders. Het is wel eens voorgekomen dat een stier uitbrak en iemand uit het publiek, die niet achter de hekken stond, op de horens nam. Ook vertelde iemand dat, een aantal jaren gelden, een Nederlands echtpaar hierbij om het leven is gekomen. Maar onze ruiters hebben alles onder controle. Nadat de stieren in hun stallen zijn gedreven maken de ruiters een ererondje om het applaus van het publiek in ontvangst te nemen, of een fluitconcert als het is misgegaan. Vandaag is het onze laatste dag hier en vertrekken we weer in noordelijke richting, naar een camping in Meursault, net onder Beaune.

Maandag 26 september – Meursault

We vertrekken om negen uur uit Saint Rémy de Provence en rijden bijna 7 uur later Camping Grappe d’Or op, vlakbij Meursault, net even onder Beaune. Er staat dan 405 kilometer op de teller, een flinke afstand voor ons doen. Het was druk op de péage, met veel vrachtverkeer. De doortocht door het centrum van Lyon ging heel voorspoedig. Die route is maar liefst 30 kilometer korter dan wanneer je de oostelijke rondweg neemt. Het is weer een prachtige dag, met een maximum temperatuur van 28 graden. Na aankomst geeft de Nederlandse receptioniste ons een mooi plaatsje aan de rand van de terrassencamping, helemaal onderaan. Over de heg zien we wijnhellingen en het nabijgelegen stadje. Op de bovenste terrassen heb je een schitterend uitzicht, maar die plaatsen zijn bestemd voor gasten die langer blijven. Overmorgen gaan we verder en overnachten dan in Arlon, België. Vandaar is het nog zo’n 370 kilometer naar huis. Maar eerst tanken we die dag nog lekker goedkoop in Martelange, waar we Luxemburgse brandstofprijzen betalen.

foto's linksboven: stokrozen in het avondlicht; rechtsboven: onze auto helemaal links achterin; onder: blik over het muurtje achter de camping

Dinsdag 27 september – Bourgogne

Het gebied ten westen van de Route Soleil, tussen Dijon en Chagny, is bekend om zijn wijnbouw. In het zuidelijker deel van de Bourgogne vind je meer veeteelt is. Daar wordt dus ook veel mais verbouwd, wat dient als veevoer. We rijden tussen wijngaarden door, komen door kleine dorpjes, en overal zien we ‘caves’ en ‘chateaus’, waaruit blijkt dat hier vooral wijnboeren actief zijn. Je moet je behoefte om in de caves wijn te kopen gauw de kop indrukken, want de prijzen zijn fors. In de plaatselijke supermarkten is het allemaal veel goedkoper en van een minstens even goede kwaliteit. De wijngaarden zijn doorgaans helemaal ommuurd, wat het landschap een verrassende aanblik biedt. De druivenpluk is inmiddels al lang voorbij, want ook in deze streken was het heel warm in het voorjaar. Heinie heeft inmiddels het campinggeld betaald, nou ja, alleen de toeristenbelasting dan. Dit is een Campingchequecamping, dus er zijn 2 cheques afgeschreven. Morgen is het weer vroeg dag, want dan vertrekken we naar Arlon.

foto's links: Le Côte d’Or vanaf de camping entree; rechts: Meursault

Woensdag 28 september – Arlon

Toen we een aantal jaren geleden voor het laatst op Camping Officiel waren, bij Arlon, namen we ons voor hier niet meer naar toe te gaan. Want de sfeer was naar ons idee duidelijk minder, dan we voorheen gewend waren. Maar eerlijk is eerlijk, de camping ligt er nu spic en span bij, het zwembad en het restaurant is flink verbeterd en ook het sanitaire blok heeft een positieve aanpassing ondergaan. Er is bovendien gratis Wifi op de hele camping, dus… We vertrokken om negen uur uit Meursault en waren om kwart over tween hier in Arlon. Er was weinig verkeer en dan rij je ook wat meer ontspannen. En als de zon schijnt, zoals vandaag, met langere schaduwen, vanwege het jaargetijde, dan liggen de heuvels van de Vogezen (we rijden op de A31) er extra mooi bij, met bomen in prachtige herfstkleuren. We zijn één van de eersten die op de camping aankomen, maar hierna stroomt het snel vol. Nou ja, er is nog voldoende ruimte over. We ontmoeten onze buren van de vorige camping en wisselen verhalen uit. Morgen vertrekken we weer op tijd, richting zonovergoten Nederland, zo hebben we begrepen. En met dit bericht eindigen we ons reisverslag.

foto: wij staan de tweede van rechts